Blogs

Ecologische gemeenschappen tussen Oost en West

Samenhuizen vzw participeerde begin juni 2021 aan een tweedaagse Oost-West bijeenkomst van landelijke koepels voor eco-communities uit 6 Europese landen (Nederland, België en Frankrijk met Slovenië, Kroatië en Hongarije). 

Was het iets met powerpoints en conferentietafels waarrond peinzende mensen schema’s overlopen en saaie teksten klaarstomen? Of was het misschien een hippie ritueel met trommels en geestverruimende middelen?

Niets daarvan, deze bijeenkomst ademde helemaal de sfeer van de uitgesproken ecologische gemeenschappen die wij als vereniging mee promoten. Vanuit ons land gaat Samenhuizen vzw dit doen via de nieuwe vereniging Belgeco vzw, die wij mee hebben opgericht, maar hierover meer in een ander artikel. Uiteraard blijft Samenhuizen ook andere vormen van gemeenschappelijk wonen actief ondersteunen. 

In het Sloveense ecodorp ‘Sunny Hill’ doken we in een ‘bad’ van werkzame elementen die een woongemeenschap kunnen doen bloeien, maar die ook een ‘vergadering’ verrijken. Elementen die verbinding en uitwisseling bevorderen, en die een positieve communicatiecultuur helpen opbouwen. Dat zit in grote dingen (respect voor elkanders standpunten, consensus betrachten, …) en in kleine dingen (invoelend luisteren, laten uitspreken, …) en in versteviging van het contact (samen eten, verhalen vertellen, …). Dat zit in evenveel aandacht voor het samen afleggen van de weg als voor het resultaat. En op die manier werd het – voor mij althans – een bijzondere ervaring. 

De hele tweedaagse werd omkaderd door GEN-Europe (De Europese afdeling van Global Ecovillage Network), was ondersteund door een ESCF van de Europese Gemeenschap (zeg maar: ‘Erasmus’ toelage voor verplaatsing en verblijf) en ging dus door in het vredige en onthalende ‘Sunny Hill’. 

Er is hard gewerkt, ook al leek het niet steeds op wat we ons gewoonlijk van werken voorstellen. Soms leek het hele gebeuren nergens naartoe te gaan. En dan – op schijnbaar wonderlijke wijze – werden de denk- en actiesporen duidelijk en ontstonden conclusies die we afzonderlijk nooit hadden kunnen bedenken. De term ‘collectieve intelligentie’ had ik al ergens gehoord en hier maakten wij dit concreet, dank zij een mix tussen denkwerk en intuïtie. 

De zes deelnemende landen schreven de krijtlijnen uit van een West-Europees subregionaal netwerk (NL, BE, FR, …) en een Zuidoost-Europees subregionaal netwerk (SLO, KRO, HU, …) en ook van de interregionale samenwerking tussen deze twee netwerken. Een samenwerking die voor alle partners meerwaarde oplevert, door de tussenschaal, en ook door de gelijkenissen en de verschillen van de deelnemende organisaties (cultuur, fase van uitbouw van de werking, …). Er is voorzien in uitwisseling van informatie, kennis en experten, in gezamenlijke activiteiten, etc … . Dit alles versterkt het tussenliggende niveau tussen GEN Europe en de nationale organisaties en netwerken. 

En dan waren er de extra’s van deze tweedaagse. Er was de mooie, natuurlijke omgeving, het liefdevol bereide eten, het samen zingen of gewoon wat kletsen of diep doorbomen. Er was de aandacht voor elkaar, praktisch en emotioneel, de acceptatie van verschillen, het vanzelfsprekende samenwerken. Dat allemaal kwam er bovenop. En zijn dat wel extra’s? Of is dit de essentie van gemeenschappelijk wonen, van samen zijn om welke reden dan ook? 

Tot slot nog hartelijk dank aan alle mensen die op Europees niveau, op Vlaams niveau en – last but not least – binnen en rond hun woonprojecten de samenleving warmer en meer verbonden maken.

Luk Jonckheere, voorzitter Samenhuizen vzw

Huisdelen en de ziekte- en invaliditeitsuitkering

Een vraag die we heel vaak krijgen gaat over huisdelen en de ziekte- en invaliditeitsuitkering. Sommige ziekenfondsen baseren zich enkel op het rijksregister om iemand als feitelijk samenwonend te beschouwen, waardoor de uitkering lager is. 

Er zijn voor het RIZIV 3 verschillende situaties:

  • U bent een gerechtigde met gezinslast
  • U bent een alleenstaande gerechtigde (of daarmee gelijkgesteld)
  • U bent een samenwonende gerechtigde

Je bent in principe enkel alleenstaande als je alleen woont of samenwoont met iemand die geen enkele vorm van inkomen heeft. 

MAAR

Naar aanleiding van 2 arresten van het Hof van Cassatie in 2017 en 2018 heeft het RIZIV in een omzendbrief verduidelijkt wat 'een gemeenschappelijke huishouding voeren' is (en wat niet).

Vanaf pagina 8 lezen we:

Om te bepalen of er sprake is van een gemeenschappelijke huishouding zal de verzekeringsinstelling dus moeten nagaan of de uitkeringsgerechtigde al dan niet als economisch en financieel onafhankelijk kan worden beschouwd van zijn medebewoners. Het bewijs hiervan dient te worden geleverd door de uitkeringsgerechtigde. Dit betekent dat in zoverre een arbeidsongeschikt erkend gerechtigde die:

    • volgens de gegevens van het Rijksregister of in feite samenleeft met andere personen,
    • kan aantonen dat hij/zij geen daadwerkelijke gemeenschappelijke huishouding voert met de medebewoners, maar dat het een cohousing betreft met economische en financiele onafhankelijkheid (hij/zij staat in voor zijn eigen levensonderhoud)
    • kan beschouwd worden als alleenwonend (zelfs al zijn er gemeenschappelijke voorzieningen zoals een badkamer, toilet of keuken)
    • en bijgevolg door het ziekenfonds mag worden vergoed als een alleenstaande gerechtigde.

Dit kan bijvoorbeeld blijken uit het feit dat de uitkeringsgerechtigde over een of meerdere aparte kamers beschikt en zelf instaat voor de aankoop van zijn eigen voedingswaren, kledij, wasproducten, of uit het gebruik van een persoonlijk vervoersmiddel, enz. Zoals ook door het Hof van Cassatie wordt aangehaald in de hogergeciteerde arresten van 9.10.2017 en 22.01.2018 betreft het een feitelijke beoordeling. Deze beoordeling dient door de verzekeringsinstellingen geval per geval te gebeuren, in functie van de concrete casus die hen wordt voorgelegd.

Indicatoren die de verzekeringsinstellingen kunnen in aanmerking nemen bij deze feitelijke beoordeling en die hen kunnen toelaten de uitkeringsgerechtigde die onder hetzelfde dak woont met andere personen, toch te beschouwen als een alleenstaande gerechtigde:

    • het beschikken over een eigen huurcontract, op basis waarvan maandelijks een vast bedrag aan huur wordt betaald;
    • het ingaan op verschillende tijdstippen van de huurcontracten van de medebewoners;
    • het financieel ten laste nemen van de eigen nutsvoorzieningen, zoals elektriciteit, gas, water, internet, ...; ! Als hetzou gaan om een gemeenschappelijke facturatie van de kosten, dient het in elk geval duidelijk te zijn dat de verzekerde zelf zijn persoonlijk aandeel ten laste neemt (persoonlijke bijdrage in de gemeenschappelijke kosten);
    • het beschikken over een eigen toegang tot de woning, over een eigen deurbel, over een eigen brievenbus;
    • het beschikken over aparte kamers die kunnen afgesloten worden; de mogelijkheid om voor zichzelf een maaltijd te bereiden bv. eigen kookplaat, (microgolf)oven en voorraadkast ter beschikking;
    • de mogelijkheid om gebruik te maken van individuele sanitaire voorzieningen (eigen lavabo, bad, WC);
    • de persoonlijke aankoop van voedingsmiddelen en andere benodigdheden voor het huishouden - er is m.a.w. geen gemeenschappelijk budget voor aankopen van benodigdheden voor het huishouden);
    • het zelf instaan voor persoonlijke hygiene (persoonlijke aankoop van kledij, wasproducten, toiletpapier );
    • het zelf instaan voor het onderhoud van de persoonlijke ruimtes (persoonlijke aankoop van onderhoudsproducten, zoals bv. vloerzeep, dweilen, vodden,...);
    • het persoonlijk afsluiten van een TV- internet-, of GSM-abonnement; het zelf instaan voor de medische verzorging, bv. medicatie, medische raadplegingen,...,;
    • het persoonlijk afsluiten van een verzekering voor de eigen inboedel;
    • het gebruik van een eigen transportmiddel om zich te verplaatsen.

Uiteraard hoef je niet aan te voldoen aan al deze indicatoren. Het is van belang om aan te tonen dat de bewoners weliswaar bepaalde kosten delen, maar dat je financieel niet solidair bent en dat je je persoonlijke uitgaven zelf beheert. We raden elke woongroep aan om te werken met een aparte huisrekening voor de gezamenlijke kosten en private rekeningen voor de eigen uitgaven. Zo kan altijd gemakkelijk worden aangetoond wat gezamenlijk wordt betaald en wat privé.

In de omzendbrief worden verder ook nog specifieke bewijsstukken opgesomd die in aanmerking kunnen worden genomen:

Bewijsstukken die in aanmerking kunnen worden genomen voor het weerhouden van een (van de gegevens van het Rijksregister) afwijkende situatie

    • Een kopie van de huurovereenkomst waaruit blijkt dat de arbeidsongeschikt erkend gerechtigde afzonderlijke kamers/ruimtes huurt in de woning van de verhuurder, aangevuld met rekeninguittreksels waaruit een regelmatige betaling van de huur blijkt.
    • Ook documenten die aantonen dat de betrokkene zelf instaat voor zijn/haar kosten van levensonderhoud kunnen in aanmerking worden genomen, zoals bijvoorbeeld - facturen of rekeningafschriften in verband met de betaling van het verbruik van elektriciteit, water, verwarming, internet, ...;
    • individuele verzekeringsovereenkomsten, zoals bv. een brandverzekering of een verzekering persoonlijke ongevallen;
    • een individueel trein- of busabonnement.
    • Een interne afsprakennota met de medebewoners waaruit blijkt dat er geen sprake is van een gemeenschappelijk huishouden.
    • In sommige gevallen kan ook een verklaring van de wijkagent worden gevraagd die attesteert dat de personen, ook al wonen ze op hetzelfde adres, geen gemeenschappelijk huishouden vormen.

Het is duidelijk: de mutualiteiten moeten zich baseren op de feitelijke toestand en mogen niet enkel het rijksregister gebruiken om te oordelen over je gezinssamenstelling. In de meeste woongroepen delen de bewoners de woonlasten (huur, elektriciteit, gas, water en eventueel nog een internetabonnement) en staat iedereen verder in voor zijn of haar persoonlijke uitgaven. We hopen dat je hiermee voldoende geïnformeerd bent om het het gesprek met je mutualiteit hierrond aan te gaan.

Noot: indien je met slechts 2 huishoudens een woning deelt, en 1 bewoner heeft een beperking (of is 65+) dan kan je mogelijks gebruik maken van het statuut 'zorgwoning'. Hierdoor zijn beide huishoudens administratief gescheiden en is er geen wederzijdse invloed op ev. uitkeringen. Alle voorwaarden en de meldingsprocedure vind je via www.vlaanderen.be/zorgwonen

Wil je een succes- of horrorverhaal over huisdelen en de ziekteuitkering delen? Stuur het dan naar info@samenhuizen.be !

 

Hoe een senior cohousing de corona periode beleeft

(Dit artikel is een vertaling van een Engelstalig artikel op de blog van Housing LIN)

Het waren soms angstige covid-19 tijden in ‘New Ground’ Cohousing, die de veerkracht en het aanpassingsvermogen van de woongemeenschap hebben beproefd. Maar we hebben met gezamenlijke inzet en creativiteit de impact van de lockdown kunnen beperken, zowel praktisch als emotioneel.

Zo vertelt Maria Brenton die sinds 4 jaar woont en leeft in een senior cohousing van vrouwen (50+) met 25 appartementen in Barnet nabij Londen. (link naar haar online artikel onderaan deze tekst)

Uit haar verdere relaas begrijpen we dat de bewoners gelijkaardige ervaringen hebben met corona als wat wij van andere gemeenschappen bij ons vernemen.

Net zoals in de bredere samenleving heeft de extra strenge naleving en de door sommige meer kwetsbaren gekozen volledige afzondering de druk verhoogd voor alle bewoners. En er was ook de emotionele frustratie om over te schakelen van een nauwe, bijna familiale omgang met elkaar naar een meer virtuele. De noodzakelijke veiligheid van de enen kostte ook aan de anderen een prijs.

Een cohousing is speciaal ontworpen om ontmoetingen en uitwisselingen te bevorderen, en daar komen soms aanpassingen bij kijken, ontsmetten van circulatieruimtes, wijzigen van routes, weghouden van bezoek, annuleren van de gedeelde maaltijden en activiteiten, tot soms afsluiten van de gemeenschappelijke ruimtes. Andere gewoontes worden opgestart (meditatie, quiz, picknick, …). Daarbij is de grote gedeelde tuin in dit seizoen een duidelijke meerwaarde. Telefoon en online contacten winnen aan belang.

Over hoe om te gaan met kinderen is deze senior cohousing niet geconfronteerd, maar elders is het een punt voor degelijke en evenwichtige afspraken.

Dank zij de gewoontes van overleg en beslissingen nemen, loopt het maken van goede afspraken veel vlotter dan in gewone buurten of appartementsgebouwen.

En zelfs in corona tijden is er toch nog uitwisseling en contact, de eenzaamheid slaat niet keihard toe. En ook praktische hulp en steun (boodschappen, post, klusjes, …) blijven gewoon doorlopen, met zorg voor de veiligheid. Buren blijven even oplettend als voorheen checken of iedereen wel goed gaat.

In ‘New Ground’ zijn er meerdere mensen geëngageerd in buurtinitiatieven en zij kunnen deze verder zetten, mits wat aanpassingen.

Omgaan met corona is niet steeds gemakkelijker, maar wordt in (senior) cohousing minder zwaar. Vooral de alleenstaanden achten zich vandaag gelukkig om in een cohousing gemeenschap te wonen.

---

Vertaald door Luk Jonckheere

Het volledige artikel over ‘New Ground Cohousing’ in het Engels vind je op ‘Housing Lin’ (netwerk en forum voor al wie oplossingen aandraagt op het raakvlak van wonen, gezondheid en zorg): 

https://www.housinglin.org.uk/blogs/New-Ground-Cohousing-Community-High-Barnet-resilience-and-adaptability/

Samenwonende senioren & corona

Bewoners van rusthuizen zijn heel zwaar getroffen door covid-19, vele senioren komen psychisch of fysiek gehavend uit deze epidemie, of zijn gestorven.

Dat heeft niet alleen te maken met een lagere immuniteit en verhoogde kwetsbaarheid, maar ook met levensomstandigheden. 

Dankzij de vooruitgang in instellingen voor ouderen leeft deze generatie ouderen in betere omstandigheden dan de vorige. Er is betere hygiëne en medische zorg, meer aandacht voor contacten, activiteit, inspraak, zingeving, openheid naar de samenleving, … . Vele woonzorgcentra brengen huiselijkheid en zelfvervulling in hun programma. Sommige experimenteren met vormen van zelfbeheer (vb. het Tubbe model).

Maar ondanks alles blijft een ‘bejaardentehuis’ toch een onnatuurlijke vorm van samen leven. 

In landen waar de praktijk van deze vorm van collectief seniorenwonen nog verder af staat van een kwaliteitsvol leven, was de impact hiervan op gezondheid en welzijn nog groter. Daar heeft corona nog een enorme schep bovenop gedaan, waardoor de tekortkomingen helderder zijn.

Zo lazen we afgelopen maand - vooral in Zuid-Europese commentaren - fundamentele kritiek over de klassieke aanpak van senior wonen en een oproep om ruimte te maken voor alternatieven. Enkele voorbeelden (vrij vertaald) : 

Gezondheidsbeveiliging bij senioren voor Corona vereist grote investeringen in preventie en bestrijding, in technologie en zelfs een herdefiniëring van strategische sectoren zoals geneesmiddelen en medische apparatuur, maar ook verandering van dagelijkse gewoonten. Of ook het inzetten op meer thuiszorg en ‘cohousing', en minder seniorenwooncentra (Jacobo Blanco, socioloog, college van sociologen en politicologen van Asturië, Spanje)

Laat ons de instelling van het bejaardentehuis heroverwegen, We moeten er voor ijveren dat deze plaatsen niet meer bestaan en dat ouderen zoveel mogelijk in hun huis blijven. Er moet geijverd worden voor de valorisatie van senior woongroepen, van cohousing en van ervaringen met kleine pleeghuizen, net zoals gezinnen moeten ondersteund worden om onze grootouders en ouders thuis te kunnen laten blijven. (Vincenzo Paglia, aartsbisschop, grootkanselier van het Pauselijk Instituut voor studies over huwelijk en gezin, Italië)

In Navarra hebben we al een proefervaring en een evaluatie van intergenerationeel groepswonen, maar het is nodig om ons ook te verdiepen in andere bestaande modellen. Het meest bekend is cohousing, zelfbeheerde collaboratieve huisvesting, bestaande uit een groep complete privéappartementen met gemeenschappelijke ruimtes en/of gedeelde diensten, zoals dat bestaat in landen als Duitsland of Denemarken. We hebben voorbeelden van intergenerationeel wonen in Frankrijk, Canada of België en Duitsland. (Arantza Biurrun Urpegui, parlementslid voor de socialistische partij, Navarra, Spanje)

Deze berichten en commentaren zijn erg scherp, maar bij ons vinden we dezelfde systeemfouten, weliswaar met minder uitgesproken gevolgen. 

Zelfbeschikking, creativiteit, maatschappelijke betrokkenheid, zingeving, dat zijn geen thema’s die met het ouder worden verdwijnen. Ook als het energieniveau en de fysieke krachten verminderen, blijven senioren graag volwaardige deelnemers aan de samenleving. 

Een recent artikel in ‘De Correspondent’ benadrukt het belang van senioren in hun rol als grootouder (met familiale verwantschap, of ook niet verwanten zoals bij dichte buren of bij cohousing). 

“Het is gewoon niet zo dat ouders alles in hun eentje kunnen doen”, vertelt de Amerikaanse antropoloog Michael Gurven: “Zonder multigenerationele samenwerking hadden wij niet bestaan”. Dat is niet alleen zo omdat het grootbrengen van kinderen zo’n kostbare taak is […]. Maar grootouders leveren ook “een unieke bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen”, zegt Gurven. 

Tijdens zijn langlopende veldwerk bij traditionele stammen […] zag hij dat de meerwaarde van grootouders ’m niet […] alleen, in het voedsel zit dat ze voor hun kleinkinderen verzamelen, maar ook in de verhalen die ze vertellen – de informatie die ze doorgeven. 

Kinderen leren verschillende dingen van verschillende generaties, vertelt Gurven: ouders brengen hun vooral praktische vaardigheden bij, grootouders zijn er om hun een beter begrip van de wereld, het grotere geheel bij te brengen. Ook dat is van belang voor hun overlevingskans. (Lynn Berger, journalist, onderzoeker, Nederland)

Het is niet alles kommer en kwel in de woonzorgcentra. Er zijn even goed berichten die getuigen van een sterkere solidariteit binnen deze woonvorm en grotere inspanningen (fysiek en emotioneel) door personeel en bewoners. 

Deze bedreigende epidemie heeft er enkel op gewezen dat het beter kan, dat andere woonvormen van senioren meer mogelijkheden in zich houden. 

In cohousing en andere vormen van gemeenschappelijk wonen hebben oudere bewoners de hoofdprijs afgeschoten. Vooral de alleenstaanden hebben er een aangenamer leven(dat geldt trouwens ook voor alleenstaanden van alle leeftijden). Ondanks het gebrek aan lichaamscontact verloopt het leven er natuurlijker, er is meer kans op uitwisseling. 

Toen mijn moeder 93 jaar werd in volle quarantaine-periode, mijn vrouw en ik zijn er - gemaskerd en ontsmet - een taartje gaan eten en een cadeautje geven (een gezamenlijke tekening van tientallen buren en vrienden). Maar ook kwamen enkele buren zelfgemaakte versnaperingen of koffiekoeken brengen, en tenslotte een raam-serenade opvoeren. 

Zoals dat steeds al was, vragen buren of ze niets nodig heeft, hoe het met haar gaat, en aanvullend wisselen zij via mail nieuwtjes of grapjes uit. Als iemand boodschappen gaat doen of bvb. naar een hoeve verse aardbeien gaan kopen, vragen ze eerst of ze voor anderen iets kunnen mee brengen. Zij heeft betrokken mensen rond zich, mensen die haar graag zien, ook in tijden van corona. 

Nee, in cohousing hoeft niemand eenzaam te zijn. Ook de ouderen niet.

Luk Jonckheere, Samenhuizen vzw

Pagina's

Subscribe to RSS-blogs