Dit artikel is een recensie van het boek Wonen in de 21ste eeuw (Acco, 2017) van Peter Camp.
Wie bedenkt zo'n titel? Uiteraard, niemand minder dan Peter Camp*! Nu het lijvige boek (584 pagina's) in tweede druk is gegaan, is er geen ontkomen meer aan; aanschaffen en lezen! Zoals ik in de aanbevelingen - op vraag van Peter schreef - is dit een uniek tijdsdocument over wonen in al zijn varianten, waarbij niet de stenen, maar de mensen (individu, groep en interactie) centraal staan. Doorheen het boek komen er veel voorbeelden aan bod, waarbij telkens het uitgangspunt toegelicht wordt met bijzondere aandacht voor de mens.
Het boek hoort niet thuis op de salontafel, maar aan de leestafel. Uitgangspunt is het 500 jaar oude boek van Thomas More - “Utopia”. Camp weet het te vertalen in een eenvoudig schema (pagina 23) waarin de rode draad van zijn boek vervat zit. Hij heeft de term WEtopia bedacht, waarin de mens centraal staat. Volkomen terecht trouwens, wat zal blijken na al die pagina's. Er zijn vier varianten: YOUtopia waarbij de nadruk ligt op nabuurschap, OURtopia met aandacht voor de (ruimere) buurt, ECOtopia dat streeft naar een betere wereld, en tenslotte MEtopia met bijzondere aandacht voor zorg. Stuk voor stuk relevante uitgangspunten die Camp aan de hand van meer dan tweehonderdvijftig voorbeeldprojecten illustreert. Elk project dat in het boek opgenomen is, wordt zorgvuldig gekaderd en in de vaak summiere toelichtingen komen de kernzaken aan bod. In het boek van Peter Camp zal je bijzonder weinig plannen vinden, maar in duidelijke taal lees je de menselijke interventies die het project maakten. Dat op zich is uniek, want te vaak krijgen we mooie plaatjes (prenten) voorgeschoteld die ons afleiden van de essentie. Wonen in de 20ste eeuw was helaas te vaak het terrein van politici, architecten, ingenieurs en stedenbouwkundigen. Wonen in de 21ste eeuw is het resultaat van de individuele bijdrage aan iets gemeenschappelijks, iets wat je deelt met anderen. Bovendien, zo stelt Camp, geeft het meer voldoening.
Mensen in verbinding brengen centraal
Maar wat nog indrukwekkender is, is dat Camp je meeneemt in een bijna oneindige reis langs ideeën, theorieën en praktijken, die stuk voor stuk passen in het grotere verhaal. Onder meer het feit dat de nieuwe woonvormen geen manier van wonen zijn voor alternatieve mensen, maar een alternatief is voor gewone mensen. Gaandeweg, hoofdstuk na hoofdstuk, illustreren de voorbeelden in welke mate ze een antwoord bedachten voor een nood. Steevast zijn het kleine intenties, goede voornemens en het inspelen op verzuchtingen van individuen of kleine groepen. Keer op keer blijkt het antwoord eenvoudig te zijn, niet simpel. Peter Camp is er met zijn boek in geslaagd om de lezer bij de les te houden en hem of haar mee te nemen langsheen een reeks projecten die elk op hun manier het verschil weten te maken. Of zoals hij het weet te verwoorden: het informele wonen is het wonen van stadsmakers, van maatschappelijk betrokken en ondernemende burgers die samen met anderen activiteiten organiseren om de leefbaarheid te vergroten. Ik citeer hem graag een laatste keer (uit zijn conclusie): "Verbondenheid is het sleutelwoord. Je verbinden met anderen, delen, wederkerigheid, hulp ontvangen. In een nabuurnetwerk, (ver)bouwgroep, woongemeenschap of zorgcollectief. Dat is minder moeilijk dan het lijkt."
Inderdaad, alle aangehaalde projecten (die bijzonder goed uitgezocht zijn) illustreren het grotere verhaal. Zowel de Nederlandse als de Belgische (Vlaamse, Brusselse en Waalse) voorbeelden versterken elkaar en bevestigen dat de zoektocht universeel is. Indien we er in slagen om de mens centraal te plaatsen, komen we er zeker. Peter Camp weet 584 pagina's lang de lezer te bekoren. Het boek is trouwens heel helder geschreven, zonder enig jargon, en stilistisch hoogstaand.
Zoektocht naar andere woonvormen is universeel
Er is helaas nog een hele weg af te leggen, want Wonen in de 21ste eeuw maakt geen gewag van de geïsoleerde/vereenzaamde bewoner in een (saai) appartementsgebouw of de verkavelingsterreur en andere ruimtelijke fiasco's die de gemiddelde Vlaming aanricht. Dat was uiteraard nooit de opzet van dit boek en daar zijn meer dan goede redenen voor.
In het tweede hoofdstuk gaat Peter Camp helemaal overstag voor de deeleconomie. Op zich past het perfect in de opbouw van zijn boek, maar helaas dekt de term de lading niet meer. De grote voorbeelden (Uber, Air BnB enz) mochten achterwege blijven, want ondertussen weten we dat winsten niet gedeeld worden en de arbeidsvoorwaarden ondermaats zijn. Dit is wellicht te wijten aan de tijdsgeest, want toen Peter Camp het voorbereidend onderzoek deed voor zijn boek, waren we nog in volle euforie. De ontnuchterende feiten en wantoestanden zijn ons pas later ter ore gekomen. Maar nogmaals, net omdat het boek van Peter Camp een heus tijdsdocument is, mag het zulke bewegingen benoemen. Trouwens, een kritische bedenking lees je al aan het einde van dit hoofdstuk.
Auteur: Luc Lampaert**
* Peter Camp is organisatiesocioloog en ontwikkelaar van de matrix-methode (een handleiding voor veranderingen in organisaties). Los van zijn actieve bijdragen in het professionele leven, is Camp sinds enige tijd geboeid door het aspect wonen. Hij heeft zelf een aantal projecten gerealiseerd en zit nooit stil. Nauwgezet en gedreven heeft hij zijn boek geschreven, enerzijds door dagelijks op zoek te gaan naar inspiratie en projecten, anderzijds door een onuitputtelijke werkijver aan de dag te leggen en zijn analytische gave in te zetten om het allemaal in een bevattelijk model te gieten.
** Luc Lampaert is medewerker alternatieve woonvormen bij het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg in Brussel en lid van de Algemene Vergadering van Samenhuizen VZW. Sinds 2012 verdiept hij zich in het thema gemeenschappelijk wonen en volgt alle projecten op in het gewest. Met het Kenniscentrum WWZ realiseerde hij o.a. het Project Samenhuizen Cellebroerstraat op de Sint-Jorisite in Brussel, zetelde in de stuurgroep van het project Casa Viva (eveneens in Brussel) en adviseert initiatiefnemers, begeleiders en groepen. Lampaert is tevens voorzitter van het bestuur van de Vereniging van Mede-eigenaars Dixmude, waar hij samen met de andere bestuurders in slaagde om van een bekvechtende mede-eigendom naar een beheer in consensus te evolueren. Lampaert is mede-auteur van het onderzoek “10 woonvormen om over na te denken” (Kenniscentrum, 2012) en het Cahier over het Project Samenhuizen (2017). Op dit ogenblik werkt hij aan een nieuw cahier over het project Casa Viva en initieert hij projecten voor thuislozen, sociaal kwetsbaren en ouderen in Brussel.