Blog van renee

Samenhuizen ideaal middel tegen eenzaamheid

Een kwart van de Belgen voelt zich wel eens eenzaam - daarmee is eenzaamheid een van de belangrijkste problemen in onze huidige samenleving. Deze week vieren de Bond Zonder Naam en Samenlevingsopbouw de Week van de Verbondenheid. In heel Vlaanderen en Brussel worden er verschillende activiteiten georganiseerd om actief eenzaamheid tegen te gaan. Dit jaar is eenzaamheid onder migranten het centrale thema. 

In deze blog speel ik zelf de ervaringsdeskundige. Ik verhuisde een jaar geleden van Gent naar Brussel. Dat was een bewuste keuze, maar wel met het risico op vereenzaming. Als niet-Belg zijnde ben ik in feite migrant en mijn persoonlijk netwerk is sowieso al wat kleiner daardoor. In Brussel kende ik welgeteld drie mensen. 

Vroeger had ik er wel gestudeerd, maar nooit gewoond. Mijn ex-klasgenoten sprak ik eigenlijk niet meer en velen wonen ook niet meer in Brussel. Mede om eenzaamheid tegen te gaan koos ik ervoor om géén appartement te huren, maar om voor ongeveer hetzelfde bedrag een kamer in een gemeenschapshuis te huren. Dat is een huis waarvan de slaapkamers apart worden verhuurd. Meestal zijn de bewoners werkende jongvolwassenen. 

Vrienden voor het leven

Maar vind je dat niet zonde van je geld, zo’n kamertje huren in een huis en alles te moeten delen? Terwijl je ook alles voor jezelf kon hebben in een appartement? Dat zijn de vragen die ik van veel vrienden en familieleden voorgeschoteld kreeg. Naar mijn mening is de levenskwaliteit hoger in een gemeenschapshuis dan in een appartement. Ten eerste krijg je meer (gedeelde) ruimte voor je geld dan wanneer je een appartement huurt. En het allerbelangrijkste: je krijgt er huisgenoten en soms vrienden voor het leven bij.  

Natuurlijk, samenhuizen of gemeenschappelijk wonen heeft soms ook zijn nadelen - dat bedenk ik mij ook soms wanneer ik er onder de douche achter kom dat het warme water op is. Alles valt of staat met het hebben van leuke huisgenoten en ook je eigen houding naar die huisgenoten toe. Samenwonen met andere mensen betekent water bij de wijn doen. Bepaalde gewoontes (lang douchen, luide muziek draaien ‘s avonds) zul je misschien moeten veranderen of aanpassen om geen ergernissen te veroorzaken. 

Altijd hulp dichtbij

Een ander groot voordeel aan samenhuizen voor nieuwkomers is dat je integratie veel sneller verloopt, zeker wanneer je met locals samenwoont. Als Nederlandse kan ik er niet echt over meepraten, maar ik vermoed dat het leren van een nieuwe taal een stuk vlotter verloopt als je huisgenoten hebt om die nieuwe taal mee te oefenen. Ook banale zaken zoals het vinden van een nieuwe huisdokter, afval scheiden (niet evident want elk land doet dit net een beetje anders), invullen van belastingformulieren - het gaat allemaal veel sneller en gemakkelijker als je huisgenoten hebt om je ermee te helpen. 

Met z'n allen naar school

De eerste schooldag, een spannend moment voor zowel kinderen als ouders. Samenhuizen vzw maakte van de gelegenheid gebruik om te zien hoe de eerste schooldag in de Cohousing Vinderhoute (Oost-Vlaanderen) verloopt. 

Nieuwe leerling eerste leerjaar Ana ligt nog slaperig op de sofa als we iets voor achten arriveren. Op de vraag of ze zin heeft in haar allereerste dag op de “grote” school antwoordt ze met een twijfelend “Ik weet het nog niet”. Echt ontbijten wil ze niet, de zenuwen spelen haar parten. Grote broer Jolan heeft hier minder moeite mee, maar hij gaat dan ook al naar het derde leerjaar en weet wat hij kan verwachten. “Dus vanavond kan jij al lezen en schrijven?” vraagt Ana’s vader. Ana knikt. 

Spelen zoals broers en zussen

Al sinds ze een baby was woont Ana samen met haar grotere broer Jolan en ouders Koenraad en Katrijn in Cohousing Vinderhoute. Nu wonen er in totaal 32 kinderen van nul tot elf jaar oud in de cohousing, waarvan ongeveer de helft op de Gemeentelijke basisschool Lovendegem - afdeling Vinderhoute zit. “De kinderen uit de cohousing zijn erg close met elkaar, ze spelen altijd samen en gaan met elkaar om zoals broers en zussen”, aldus Ana’s vader Koenraad. 

Daarna is het tijd om naar school te gaan. We maken kennis met het fenomeen “de rij”. Daar waar kinderen uit “gewone” woonvormen in veel gevallen door papa en/of mama naar school gebracht worden, verzamelen de kinderen uit de Cohousing Vinderhoute zich om vervolgens samen onder begeleiding naar school te stappen - in wat ook wel “de rij” genoemd wordt. 

De rij

Voor de eerste schooldag van het jaar zijn er een tiental ouders present om de kinderen gezamenlijk naar school te brengen. Op andere dagen is dit anders: dan zijn er twee of drie volwassenen die om de beurt “de rij” begeleiden. Hierdoor besparen de andere ouders tijd. 

Eenmaal aangekomen bij de nieuwe school blijkt dat Ana toch zin had in haar eerste schooldag. Na de eerste vijf onwennige minuten op het nieuwe schoolplein heeft ze haar vriendinnetjes uit de kleuterschool gespot en stuiven ze er samen vandoor. 

De juffen en meesters hebben er werk van gemaakt om van de eerste schooldag een feestje te maken. Verkleed als piloten en stewardessen doen ze een dansje op het nummer “K3 airlines” en de kinderen doen vrolijk mee. Dan is het tijd om afscheid te nemen. Bij Ana geen tranen, die staat al vooraan in de rij - letterlijk te springen - om aan haar schooldag te beginnen. 

Onder de loep: circulair bouwen

Circulair bouwen, het begrip is de afgelopen jaren zelf circulair geworden. Veel samenhuizers of startende samenhuizers zijn bezig met ecologie, klimaatneutraal bouwen etc. Circulair bouwen is een begrip waar je dan bijna vanzelf op stuit. Maar wat is het precies? Samenhuizen zocht het uit.

Circulair bouwen valt onder het containerbegrip circulaire economie. De gedachte hierachter is dat met de inzet van de juiste technologieën alles hergebruikt kan worden. Uitgaande van deze visie bestaat afval dus niet. De circulaire economie is daarom de tegenhanger van de lineaire economie waarin alles geproduceerd, geconsumeerd en uiteindelijk weggegooid wordt. Circulaire economie wordt daarom vaak gezien als een interessant alternatief, zeker in tijden van grondstofschaarste, klimaatverandering en andere milieuproblemen als gevolg van massaconsumptie.

circular economy

Ontwerp en materialen van cruciaal belang

Circulair bouwen kan op verschillende manieren worden bereikt. In de eerste plaats kan er op architecturaal vlak voor een circulair ontwerp gekozen worden: de architect kan een gebouw zo ontwerpen dat het multi-inzetbaar en energiezuinig is, wat de levensduur van het gebouw verlengt. Ook kunnen de gebouwen zelf circulair zijn: denk aan de Skilpod- of Tiny House-woningen die verplaatsbaar en moduleerbaar zijn.

Daarnaast is circulair bouwen natuurlijk een kwestie van de juiste bouwmaterialen te kiezen: hernieuwbare, organische en duurzame materialen. Dit wordt ook wel bio-based bouwen genoemd. Belangrijk is hierbij dat de gebruikte materialen binnen de levensduur van het gebouw weer terug moeten kunnen aangroeien.

Diesel blijft voorlopig onmisbaar

Ook is het mogelijk bestaande (bouw)materialen te hergebruiken of recycleren tot nieuw bouwmateriaal. Zo wordt er op dit moment in Amsterdam 480 nieuwe klimaatneutrale appartementen gebouwd door een sociale huisvestingsmaatschappij. Het sloopmateriaal van de 360 oude woningen die op deze plek staan, worden tot 98% hergebruikt in de nieuwe appartementen. Enkel asbest- of teerhoudende materialen zijn niet recycleerbaar.

Op vlak van materialen is het dus zeker mogelijk om op een circulaire manier te bouwen. Problematisch blijven de constructiewerken zelf: vrijwel alle bouwmachines en vrachtwagens etc. hebben diesel of andere fossiele brandstoffen nodig om te kunnen werken. Hiervoor moeten nog alternatieven worden gevonden.

Handige websites ivm circulair bouwen & circulaire economie in België

Benoeming Van Broeck als nieuwe Vlaams Bouwmeester hoopgevend

Een dikke week geleden werd het nieuws bekend dat Leo Van Broeck de nieuwe Vlaamse Bouwmeester wordt. Hoewel Van Broeck pas op 1 september start in zijn nieuwe functie, is Samenhuizen vzw alvast positief na een kijkje in het portfolio van de man in kwestie. 

In 2014 zag het er nog naar uit dat er geen Vlaams Bouwmeester (VB) meer zou komen. De functie werd namelijk geschrapt in het Vlaamse regeerakkoord van 2014. Begin 2015 werd de toenmalige VB Peter Swinnen ontslagen na een doorlichting van de Vlaamse overheid. Hoewel het onderzoek nog gaande is wordt Swinnen belangenvermenging verweten. Na veel protest en o.a. een petitie ondertekend door vele zwaargewichten uit de architectuur- en culturele sector werd de beslissing om de functie van VB af te schaffen weer terug gedraaid – met nu de recente benoeming van Van Broeck.

Wie is Leo Van Broeck?

Van Broeck is een architect afkomstig uit het Brusselse. Samen met Oana Bogdan is hij de medeoprichter van architectenbureau Bogdan & Van Broeck. Daarnaast is Van Broeck ook professor architectuur en stedenbouwkunde aan de KU Leuven. Van Broeck komt regelmatig in de media, meestal vanwege zijn standpunten rond milieu en ruimtelijke ordening.

Wat doet de Vlaamse bouwmeester?

De VB heeft als opdracht om vanuit een langetermijnvisie het architectuurbeleid van de Vlaamse overheid voor te bereiden en uit te voeren. Hierbij dient de VB constant te overleggen met de overheid en de betrokken partijen. Concreet houdt de VB in de gaten hoe de Vlaamse overheid haar bouwopdrachten uitbesteed. De VB heeft een team van ongeveer twintig mensen die hierbij assisteren. De functie van VB werd ook in het leven geroepen om tot een meer coherente ruimtelijke ordening te komen. 

Visie

Wat precies de visie is van Van Broeck blijft nog even koffiedik kijken aangezien hij nog niet is gestart. Op basis van het verleden is Samenhuizen alvast positief. Zo koppelde Van Broeck in zijn column in De Morgen het klimaatprobleem aan de problematische ruimtelijke ordening in België: “een niet-geïsoleerde 19e eeuwse stadsrijwoning heeft een 50% lagere klimaatimpact dan een passiefwoning in het buitengebied. Het is de mobiliteit die het verschil maakt. In een compact woonweefsel is alles vlakbij en heb je minder de auto nodig.”

In zijn expertenadvies aan de Vlaamse overheid van 2014 benadrukte Van Broeck dat de overheid initiatieven om compacter te wonen zoals gemeenschappelijk wonen meer moet omarmen: “Daartoe dienen een aantal elementen in de regelgeving en de wijze van berekening van de inkomstenbelastingen aangepast te worden. Volgens onze huidige regelgeving worden alle bewoners van een cohousing project nog beschouwd als samenwonenden in één grote groep waardoor ze fiscaal in een zeer ongunstig regime terechtkomen.”

België moet ontsnipperen

Ook is het Vlaamse grondgebruik verkwistend volgens Van Broeck: “België is er in geslaagd om met zijn elf miljoen inwoners - minder dan de bevolking van metropolen als Parijs of Londen - een heel land kapot te verkavelen. We moeten ontsnipperen en gaan wonen op een manier die minder open ruimte inneemt” (De Morgen 09/07/2016).  Van Broecks eigen architectenbureau weigert daarom klanten die op een kavel in de open ruimte willen bouwen. 

De visie van Van Broeck lijkt te passen binnen het hervormingsplan van Vlaams minister voor Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauwvliege dat onlangs in het nieuws kwam vanwege de “betonstop” die zij daarin voorstelt voor 2050 (zie ons eerdere nieuwsbericht hierover). Compacter wonen, compensatie van de natuur en ruil van bouwgronden zijn ideeën die Van Broeck al eerder poneerde. Wij van Samenhuizen hopen vooral op meer kansen en draagvlak voor gemeenschappelijk wonen. De minister en nu ook de nieuwe Vlaams Bouwmeester lijken in ieder geval al open te staan voor deze manier van wonen. 

Huisvesting van vluchtelingen: de sleutel tot een goede start

Het vinden van huisvesting voor erkende vluchtelingen blijkt niet evident. Nieuwkomers worden geconfronteerd met een overvraagde huizenmarkt, racisme door huisbazen of immokantoren en ingewikkelde regelgeving. Sommigen komen zelfs op straat terecht. Vluchtelingenwerk Vlaanderen besloot daarom een netwerkdag te organiseren rond dit thema.

De dag begon met een overzicht van de laatste statistieken: er zijn 28.000 nieuwkomers in België  sinds begin dit jaar (bron: Fedasil). Vluchtelingen die aankomen worden eerst opgevangen in een opvangcentrum. Van hieruit doen zij een aanvraag tot erkenning als politiek vluchteling, in afwachting van de procedure mogen ze in de opvangcentra verblijven. Op dit moment wordt ongeveer 62% van de aanvragen goedgekeurd. Als een vluchteling de erkenning eenmaal gekregen heeft, moet hij of zij het opvangcentrum zo snel mogelijk verlaten en zelf huisvesting zoeken.

Hoewel waardig wonen een recht is volgens de grondwet blijkt het vinden van huisvesting voor vluchtelingen in realiteit niet eenvoudig. Veel vluchtelingen hebben weinig te besteden. De meeste vluchtelingen hebben net na hun erkenning namelijk nog geen baan gevonden en moeten daardoor rondkomen van een leefloon (850 euro per maand voor een alleenstaande, 1134 euro voor een gezin, bron: Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting).

Onbekend aantal vluchtelingen leeft op straat

In een sociale huurwoning kunnen vluchtelingen niet meteen terecht: er zijn lange wachtlijsten en voor vluchtelingen wordt geen uitzondering gemaakt. Het lagere huurprijssegment in de private huizenmarkt is een druk beviste vijver geworden. Starters en mensen met een laag inkomen zijn  ook in dit segment op zoek. Volgens Goele Mondelaers (Raadgever Wonen van het kabinet van minister Liesbeth Homans dat o.a. verantwoordelijk is voor integratie) bestaan er op dit moment geen statistieken over het aantal erkende vluchtelingen dat dakloos is geworden na het verlaten van een opvangcentrum.

“Dit betekent niet dat er geen dakloze erkende vluchtelingen zijn,” aldus Anne Dussart, Directeur Programma's van Caritas International. “Er zijn namelijk een aantal vluchtelingen die na hun erkenning op straat komen te staan. Zij komen Caritas om hulp vragen tijdens onze Housing-café's omdat ze grote moeite hebben om een woning te vinden.” De Housing-café's zijn een initiatief van de dienst Asiel en Migratie van Caritas International. Vluchtelingen krijgen er in laagdrempelige workshops advies over hoe ze het beste een woning zoeken, wat precies de procedures zijn en worden - met de steun van vrijwilligers - verder op weg gezet.

Discriminatie door huisbazen

Een andere reden waarom het voor vluchtelingen moeilijk is om huisvesting te vinden is dat er discriminatie van vluchtelingen door huisbazen en/of immokantoren bestaat, waardoor vluchtelingen soms geweigerd worden als kandidaat huurders – zo getuigen verschillende aanwezige medewerkers van OCMW’s. De netwerkdag "Erkende vluchtelingen en huisvesting" is precies daarom in het leven geroepen om professionelen die werken rond vluchtelingenwelzijn beter te wapenen tegen dit soort discriminatie en huisbazen en immokantoren te sensibiliseren.

Als Samenhuizen vzw vroegen wij ons af welke rol gemeenschappelijk wonen kan vervullen binnen de huisvestingsproblematiek rond vluchtelingen. Aanwezige spreker Robin Vandevoordt (doctorraatstudent Universiteit Antwerpen) kwam met een interessante bemerking: “Erkende vluchtelingen hebben nood aan informele contacten met de lokale bevolking om te kunnen integreren en eventuele problemen op te lossen. Gemeenschappelijk wonen kan hiervoor een uitkomst bieden.” Vandevoordt onderzoekt de ervaringen van Syrische vluchtelingen en hun integratie in ons land.

Gemeenschappelijk wonen kan isolement vluchtelingen voorkomen

En er zijn mensen enthousiast om actief te gaan samenhuizen met vluchtelingen, zo bleek op de netwerkdag zelf. Zo ook Annick Van Herp:  “Ik zou graag samenwonen met een vluchtelingenfamilie”. Van Herp is bezig om toelating te krijgen om haar huis te delen met  vluchtelingen. Dit blijkt nog niet zo simpel. Daling of verlies van sociale uitkeringen is een veel gehoord struikelpunt. Vandaar dat onze Samenhuizen-collega Roland Kums op de netwerkdag een presentatie gaf over de juridische uitdagingen rond woningdelen.

Het gevaar is namelijk dat als men zich onder de verkeerde code inschrijft bij de gemeente dat de sociale uitkeringen (leefloon, pensioen, kinderbijslag etc.) van de inwonende personen dalen omdat zij als één gezin worden gezien. Om dit te voorkomen, kan men proberen zich in te schrijven in het bevolkingsregister onder code 20. Deze code is eigenlijk bedoeld voor woongemeenschappen en zorgt ervoor dat alle bewoners op dat adres de refertepersoon zijn (en dus allemaal hun individuele recht op sociale uitkeringen behouden).

Samenhuizen vzw doet op dit moment nog verdere praktijkstudie rond het gebruik van code 20 voor inschrijving in het bevolkingsregister. Heb jij hier ervaring mee? Laat het ons zeker weten!

Pagina's

Subscribe to RSS - Blog van renee