De Molen van Rotselaar
De Molen van Rotselaar
Zaterdag 19 mei 2018 kan je langskomen in de Molen van Rotselaar. Wij, de bewoners, hebben dan één van onze maandelijkse werkdagen. Je kan wat mee klussen of kletsen over onze 33 jaren ervaring met samenhuizen.
In de twaalfde eeuw werd in Rotselaar een molen gebouwd. Zonder boormachines, hijskranen en hypermoderne funderingen. Maar de vindingrijkheid was in die tijd erg groot en de molen functioneerde tot in 1968 en staat er vandaag nog. Het is nu een beschermd monument, gerestaureerd met subsidies van de Vlaamse Gemeenschap en onder de auspiciën van TSAP vzw ('T Anders Samen Proberen), die het complex aankocht midden jaren ‘80.
De turbine van de molen werkt op volle toeren en levert nu door de kracht van het Dijle-water energie op voor 120 tot 150 gezinnen. De vzw organiseert geleide bezoeken voor wie in molens is geïnteresseerd. Er is ook sprake van er opnieuw graan te malen, en een ontvangstruimte te creëren om groepen te ontvangen.
De molen werd dus opgeknapt en op het woonerf met ongeveer 2 hectare groen werd er een
woongemeenschap gevestigd. De molen zelf wordt niet bewoond. Maar in het molenaarshuis en in de verbouwde stallingen (samen)huist nu een bloeiende gemeenschap. Het begon met de droom van enkele mensen die in de jaren tachtig het plan opvatten om de ‘ruine’ die de molen toen was te redden en te gaan bewonen.
Aanvankelijk trokken er 3 gezinnen in, maar in de loop van de jaren zijn er heel wat mensen
bijgelomen en weggegaan. Er zijn 9 units, bewoond door 24 mensen, van jong tot oud. Ongeveer de helft ervan zijn kinderen. De samenstelling van de gezinnen is heel verscheiden, gezinnen en alleenstaanden met of zonder kinderen. Een mooie doorsnee van onze samenleving.
Alle bewoners waren bij de start eigenaar van hun deel, volgens een klassiek systeem voor
appartementsgebouwen. Intussen wordt door vertrek van een aantal bewoners ongeveer de helft van de wooneenheden verhuurd. Dit schijnt niet ten koste te gaan van de betrokkenheid van de bewoners. Nieuwe bewoners worden door de ‘molenaars’ gezamenlijk gekozen. Ze praten met de kandidaten en stellen vragen over hun beweegredenen en engagementen.
Het engagement binnen het molenproject is vrij soepel. Een 8-tal keer per jaar wordt er vergaderd over allerhande zaken en 1 weekend per jaar gaat de hele gemeenschap erop uit. Er wordt ook eens per maand een werkdag georganiseerd om noodzakelijke klussen rond te krijgen, zoals hagen snoeien, verven, ... Wie er is, is er, maar er wordt geen aanwezigheidslijst bijgehouden. De bewoners rekenen op de goodwill en de redelijkheid van elkeen.
Ook voor de verhouding gemeenschappelijkheid - privacy wordt uitgegaan van gezond verstand. Er wordt goed gelet op signalen van de individuele bewoners, wie alleen wil zijn doet dat, wie bezoek wil, zal dit ook laten merken. Zo leeft deze gemeenschap in goede onderlinge verstandhouding en goed geïntegreerd met de buurt.
De eerste bedoeling van de oprichting van de Woongemeenschap was vanuit een ecologische
bekommernis. Een woongroep belast onze omgeving minder dan evenveel individuele gezinnen. Je kan het stellen met minder wasmachines en andere grote toestellen. Je kan auto’s delen en ook daardoor het milieu sparen. In een woongemeenschap is het mogelijk om voor meerdere gezinnen samen een energievoorzieningssysteem te installeren dat voor een individuele woning niet aangepast is.
De sociale meerwaarde is er bovenop gekomen. Voor jong en oud is het een verrijking in een
gemeenschap te wonen. Vooral voor kinderen is het heerlijk samen te kunnen spelen, op de Dijle te varen, of voor de groteren samen te troepen en de omgeving te verkennen. Er is een solidariteit waar je in de meeste buurten alleen maar kan van dromen.