RVA berispt, bewoner woongemeenschap behoudt uitkering als alleenstaande
Een werkzoekende werd vorig jaar geschorst bij de RVA omdat zij zich 'onterecht' had opgegeven als alleenwonende. Zij woonde in een kleine woongemeenschap in Zottegem. De RVA vorderde de volgens hen onrechtmatig ontvangen uitkeringen terug. De vrouw trok naar de arbeidsrechtbank en kreeg volledig gelijk. Ook wie als alleenstaande in een woongemeenschap woont, kan het recht op een uitkering als alleenwonende behouden.
Voor mensen met een vervangingsinkomen die in een woongemeenschap wonen zonder gescheiden adressen bestaat er een probleem. Zij riskeren hun uitkering verlaagd te zien doordat hen het statuut van alleenstaande kan geweigerd worden.
De werkzoekende vrouw in kwestie deelde met 5 andere 50-plussers een oude boerderij in Zottegem. Ze delen er een grote gemeenschappelijke tuin, woonkamer, 2 keukens en een wasmachine. De vrouw had zich opgegeven als alleenwonende en had in 2011 daardoor 4 maanden lang een hogere uitkering ontvangen.
Toen de RVA er achter kwam dat ze in een woongemeenschap woonde vorderde ze 372 euro terug en schorste haar vier weken lang uit van uitkeringen.
De vrouw trok met hulp van haar vakbond naar de arbeidsrechtbank om de beslissing van de RVA aan te vechten. In een vonnis van begin februari gaf de Arbeidsrechtbank van Oudenaarde de vrouw volledig gelijk.
“Het samen in hetzelfde huis wonen, heeft pas een invloed op de omvang van de werkloosheidsuitkering als er een hoofdzakelijk gemeenschappelijk huishouden wordt gevoerd of als het budget hoofdzakelijk gemeenschappelijk wordt besteed”, aldus de Arbeidsrechtbank.
Dat was in deze woongemeenschap in Zottegem niet het geval. De zes inwoners deelden wel een heel aantal kosten zoals water, elektriciteit en de telefoon, maar kosten als voeding en persoonlijke hygiëne werden niet gedeeld. De vrouw in kwestie had ook een eigen leefruimte en eigen sanitair.
“In die omstandigheden kan er geen sprake zijn van een gemeenschappelijk huishouden”, besluit de rechtbank. De RVA besloot om niet tegen het vonnis in beroep te gaan.
Volgens de rechtbank werden enkel de de kosten van huisvesting in ruime zin gedeeld, en niet de huishoudelijke kosten. Bovendien was het doel van dit samenwonen niet zozeer het kostendelend aspect maar vooral het tegengaan van ongewenste individualisering en vereenzaming.
Roland Kums van Samenhuizen vzw beaamt dat voor de meeste mensen die kiezen voor een woongemeenschap het sociale aspect het belangrijkste is. “Er zijn bovendien veel meer alleenstaanden dan enkele decennia geleden, van alle leeftijden, terwijl een groot deel van ons huizenbestand nog geënt is op het klassieke kerngezin. Ook voor een duurzaam ruimtegebruik zou het goed zijn om eens te bekijken welke eensgezinswoningen geschikt zouden zijn voor bewoning door een woongroep.”
"Het is voor de duizenden bewoners van gemeenschapshuizen geweldig nieuws dat de RVA hier een eerste keer op de vingers wordt getikt. De regels zorgen voor veel rechtsonzekerheid, in elk RVA-kanton worden ze immers anders geïnterpreteerd zodat eigenlijk een vorm van rechtsonzekerheid is ontstaan. Goed dat eindelijk eens iemand de moed had om gesteund door de vakbond naar de rechtbank te stappen"
"De grote vraag is nu in hoeverre deze uitspraak kan uitgebreid worden. Wat met mensen die ook een badkamer delen? Of structureel een aantal keer per week samen eten? Wij vragen al lang aan de bevoegde minister om duidelijkheid te scheppen via een omzendbrief. Ook het invoeren van een soort label voor woongemeenschappen zou een oplossing kunnen zijn.”
Het vonnis: http://www.samenhuizen.be/docs/vonnis_Oudenaarde_uitkering_RVA.pdf