Wat bedoelen we met samenhuizen of gemeenschappelijk wonen?
We spreken van gemeenschappelijk wonen (ook wel samenhuizen genoemd) wanneer bewoners uit verschillende gezinnen vrijwillig in meer of mindere mate van gemeenschappelijkheid met elkaar samenleven. Voor de bewoners van zo'n woongemeenschap is de sociale meerwaarde van dit samenwonen erg belangrijk, ze wonen dus niet enkel samen vanuit economische motieven.
Er bestaan verschillende vormen woongemeenschappen – zoals het gemeenschapshuis, woongroepen, co-wonen, cohousing, leefgemeenschappen. In deze diverse vormen verschilt de mate van gemeenschappelijkheid - sommige delen bijna alles en hebben alleen een privéslaapkamer, andere hebben een autonome privéwoning binnen een gemeenschappelijk woonproject. Wat al deze vormen gemeen hebben is dat er altijd een aantal gemeenschappelijke ruimtes in het architecturale ontwerp zijn opgenomen.
! TIP ! De algemene basisinformatie over gemeenschappelijk wonen vind je terug in onze startgids.
Het gemeenschapshuis is de meest voorkomende vorm van gemeenschappelijk wonen. Deze woonvorm wordt ook wel woningdelen of huisdelen genoemd. Het zijn meestal studenten en jongvolwassenen in de grote steden die samen een huis bewonen. Meestal gebeurt dit uit een combinatie van sociale en economische overwegingen, er is vaak geen duurzaam motief. De bewoners hebben een privéslaapkamer en delen de andere ruimtes van het huis – zoals de keuken, badkamer, etc. Het gemeenschapshuis heeft een tijdelijk karakter – veel jongvolwassen vertrekken na een bepaalde tijd om “gewoon” te gaan wonen. We merken de laatste jaren een toegenomen interesse voor deze woonvorm bij andere leeftijdscategorieën, zoals 50+'ers of alleenstaande ouders.
De woongroep lijkt sterk op het gemeenschapshuis – maar de bewoners engageren zich voor een langere tijd. Ook hebben de bewoners soms meer privéruimtes. Het type bewoners in de woongroepen is diverser: er zijn naast jongvolwassenen bijvoorbeeld ook woongroepen voor senioren, medioren of een mix van verschillende categorieën.
In Nederland – waar gemeenschappelijk wonen iets meer ingeburgerd is dan in Vlaanderen – wordt de term “co-wonen” gebruikt voor woongemeenschappen waarin elke bewoner zijn eigen unit heeft met een eigen slaapkamer, woonkamer, keukentje en badkamer. Daarnaast zijn er een aantal gemeenschappelijke ruimtes zoals een bewonerscafé, werkplaats, gastenkamers, ontspanningsruimte, tuin etc. Er is zelden een keuken en/of eetzaal voor de volledige gemeenschap. Het gaat om vaak grootschaligere projecten.
Cohousing lijkt sterk op co-wonen, maar met het belangrijke verschil dat er in cohousing-projecten wel een gemeenschappelijke keuken en eetzaal zijn. De bewoners kunnen hier meerdere keren per week gezamenlijk koken en eten – dit is de meest courante vorm van gemeenschappelijk wonen in de Verenigde Staten, Zweden en Denemarken.
Leefgemeenschappen zijn woongemeenschappen met een hogere mate van gemeenschappelijkheid. Naast dat er meer gemeenschappelijke ruimtes zijn worden er ook meer collectieve activiteiten georganiseerd. Hierdoor vindt er ook meer onderling overleg tussen de bewoners plaats. Er is meestal een ideologische factor die de bewoners van een leefgemeenschap bindt, bijvoorbeeld religie, ecologie of solidariteit.
Via deze linken vind je meer info over de regels rond zorgwonen en tijdelijk wonen.