Samenwonende senioren & corona

Bewoners van rusthuizen zijn heel zwaar getroffen door covid-19, vele senioren komen psychisch of fysiek gehavend uit deze epidemie, of zijn gestorven.

Dat heeft niet alleen te maken met een lagere immuniteit en verhoogde kwetsbaarheid, maar ook met levensomstandigheden. 

Dankzij de vooruitgang in instellingen voor ouderen leeft deze generatie ouderen in betere omstandigheden dan de vorige. Er is betere hygiëne en medische zorg, meer aandacht voor contacten, activiteit, inspraak, zingeving, openheid naar de samenleving, … . Vele woonzorgcentra brengen huiselijkheid en zelfvervulling in hun programma. Sommige experimenteren met vormen van zelfbeheer (vb. het Tubbe model).

Maar ondanks alles blijft een ‘bejaardentehuis’ toch een onnatuurlijke vorm van samen leven. 

In landen waar de praktijk van deze vorm van collectief seniorenwonen nog verder af staat van een kwaliteitsvol leven, was de impact hiervan op gezondheid en welzijn nog groter. Daar heeft corona nog een enorme schep bovenop gedaan, waardoor de tekortkomingen helderder zijn.

Zo lazen we afgelopen maand - vooral in Zuid-Europese commentaren - fundamentele kritiek over de klassieke aanpak van senior wonen en een oproep om ruimte te maken voor alternatieven. Enkele voorbeelden (vrij vertaald) : 

Gezondheidsbeveiliging bij senioren voor Corona vereist grote investeringen in preventie en bestrijding, in technologie en zelfs een herdefiniëring van strategische sectoren zoals geneesmiddelen en medische apparatuur, maar ook verandering van dagelijkse gewoonten. Of ook het inzetten op meer thuiszorg en ‘cohousing', en minder seniorenwooncentra (Jacobo Blanco, socioloog, college van sociologen en politicologen van Asturië, Spanje)

Laat ons de instelling van het bejaardentehuis heroverwegen, We moeten er voor ijveren dat deze plaatsen niet meer bestaan en dat ouderen zoveel mogelijk in hun huis blijven. Er moet geijverd worden voor de valorisatie van senior woongroepen, van cohousing en van ervaringen met kleine pleeghuizen, net zoals gezinnen moeten ondersteund worden om onze grootouders en ouders thuis te kunnen laten blijven. (Vincenzo Paglia, aartsbisschop, grootkanselier van het Pauselijk Instituut voor studies over huwelijk en gezin, Italië)

In Navarra hebben we al een proefervaring en een evaluatie van intergenerationeel groepswonen, maar het is nodig om ons ook te verdiepen in andere bestaande modellen. Het meest bekend is cohousing, zelfbeheerde collaboratieve huisvesting, bestaande uit een groep complete privéappartementen met gemeenschappelijke ruimtes en/of gedeelde diensten, zoals dat bestaat in landen als Duitsland of Denemarken. We hebben voorbeelden van intergenerationeel wonen in Frankrijk, Canada of België en Duitsland. (Arantza Biurrun Urpegui, parlementslid voor de socialistische partij, Navarra, Spanje)

Deze berichten en commentaren zijn erg scherp, maar bij ons vinden we dezelfde systeemfouten, weliswaar met minder uitgesproken gevolgen. 

Zelfbeschikking, creativiteit, maatschappelijke betrokkenheid, zingeving, dat zijn geen thema’s die met het ouder worden verdwijnen. Ook als het energieniveau en de fysieke krachten verminderen, blijven senioren graag volwaardige deelnemers aan de samenleving. 

Een recent artikel in ‘De Correspondent’ benadrukt het belang van senioren in hun rol als grootouder (met familiale verwantschap, of ook niet verwanten zoals bij dichte buren of bij cohousing). 

“Het is gewoon niet zo dat ouders alles in hun eentje kunnen doen”, vertelt de Amerikaanse antropoloog Michael Gurven: “Zonder multigenerationele samenwerking hadden wij niet bestaan”. Dat is niet alleen zo omdat het grootbrengen van kinderen zo’n kostbare taak is […]. Maar grootouders leveren ook “een unieke bijdrage aan de ontwikkeling van kinderen”, zegt Gurven. 

Tijdens zijn langlopende veldwerk bij traditionele stammen […] zag hij dat de meerwaarde van grootouders ’m niet […] alleen, in het voedsel zit dat ze voor hun kleinkinderen verzamelen, maar ook in de verhalen die ze vertellen – de informatie die ze doorgeven. 

Kinderen leren verschillende dingen van verschillende generaties, vertelt Gurven: ouders brengen hun vooral praktische vaardigheden bij, grootouders zijn er om hun een beter begrip van de wereld, het grotere geheel bij te brengen. Ook dat is van belang voor hun overlevingskans. (Lynn Berger, journalist, onderzoeker, Nederland)

Het is niet alles kommer en kwel in de woonzorgcentra. Er zijn even goed berichten die getuigen van een sterkere solidariteit binnen deze woonvorm en grotere inspanningen (fysiek en emotioneel) door personeel en bewoners. 

Deze bedreigende epidemie heeft er enkel op gewezen dat het beter kan, dat andere woonvormen van senioren meer mogelijkheden in zich houden. 

In cohousing en andere vormen van gemeenschappelijk wonen hebben oudere bewoners de hoofdprijs afgeschoten. Vooral de alleenstaanden hebben er een aangenamer leven(dat geldt trouwens ook voor alleenstaanden van alle leeftijden). Ondanks het gebrek aan lichaamscontact verloopt het leven er natuurlijker, er is meer kans op uitwisseling. 

Toen mijn moeder 93 jaar werd in volle quarantaine-periode, mijn vrouw en ik zijn er - gemaskerd en ontsmet - een taartje gaan eten en een cadeautje geven (een gezamenlijke tekening van tientallen buren en vrienden). Maar ook kwamen enkele buren zelfgemaakte versnaperingen of koffiekoeken brengen, en tenslotte een raam-serenade opvoeren. 

Zoals dat steeds al was, vragen buren of ze niets nodig heeft, hoe het met haar gaat, en aanvullend wisselen zij via mail nieuwtjes of grapjes uit. Als iemand boodschappen gaat doen of bvb. naar een hoeve verse aardbeien gaan kopen, vragen ze eerst of ze voor anderen iets kunnen mee brengen. Zij heeft betrokken mensen rond zich, mensen die haar graag zien, ook in tijden van corona. 

Nee, in cohousing hoeft niemand eenzaam te zijn. Ook de ouderen niet.

Luk Jonckheere, Samenhuizen vzw