Blogs

Zo pakken samenhuizers corona aan

Vorige maand deed Samenhuizen vzw een rondvraag bij woongemeenschappen naar de weerslag van corona op het samen leven en over de aanpak er van. We stelden vier vragen, samengevat klinken die zo : 

  • Hoe passen jullie je aan de corona-maatregelen aan?
  • Hoe onderhouden jullie de band tussen de bewoners en de onderlinge communicatie?
  • Hoe gaan jullie om met de sociaal meer kwetsbaren?
  • Zetten jullie creatief in op verbinding met medebewoners en buren daarbuiten? En hoe? 

Deze vragen leverden een resem antwoorden op, waarvan we je hier graag een weergave geven. 

Hoe passen samenhuizers zich aan de corona-maatregelen aan?

Woongemeenschappen lijken niet erg van hun stuk gebracht door de corona maatregelen. We moeten eerst wel het verschil maken tussen Cohousing en Huisdelen.

Even samenvatten, er is ‘cohousing’ met volledig autonome privé-ruimtes plus gedeelde ruimtes, en er is ‘huisdelen’ waar de bewoners haast als één grote uitgebreide familie de woonruimtes delen, met daarnaast een beperkte privé-ruimte. 

Huisdelers beschouwen hun woongroepje doorgaans als één bubbel, die ze goed afschermen van daarbuiten, het gaat doorgaans ook over kleinere woongemeenschappen (2 à 6 bewoners, zelden meer), en meestal over jongeren en jongvolwassenen. In sommige woongroepen van huisdelers zijn er oudere of kwetsbare personen. In dat geval wordt een interne quarantaine strikt(er) toegepast op initiatief van de individuen die dit willen, ook – zo vernemen we - na versoepeling van de maatregelen. 

Cohousing is een geheel andere situatie. Daar zijn er evenveel gezinsbubbels als er woonsten zijn. 

De bewoners nemen er allerhande preventieve maatregelen, afstand houden, klinken en wasmachines afkuisen, mondmaskertjes gebruiken, zeker t.a.v. risicopersonen. 

Natuurlijk kan men een groot deel van de ontmoetingsruimtes niet meer op dezelfde manier gebruiken. Afhankelijk van wat er aan ruimtes voorhanden was valt de invulling daarvan weg. Verhuur van ruimte (co-working bvb) is gestopt. De gastenkamers staan leeg. Hier wordt een lift enkel voorbehouden voor de bovenwonenden, daar worden passerellen afgesloten, eleders wordt een strak uurrooster voor het wassalon gehanteerd, … De meeste activiteiten die open staan naar buiten toe vallen weg (optreden, kinderfeest, yoga, koor, …). Van de activiteiten enkel tussen bewoners zijn er veel geschrapt of uitgesteld, sommige activiteiten kunnen op een gewijzigde manier toch doorgaan. Bij de maandelijkse klusdag zijn taken opgedeeld in pakketjes voor individuen of samenwonende koppels, en binnenwerkjes worden uitgesteld ten gunste van tuinwerk. 

Die groepen die regelmatig samen eten in hun gemeenschappelijk zaaltje hebben alle gewone maaltijden opgeschort. Sommige woongemeenschappen vervangen deze op creatieve wijze. Er zijn afhaalmaaltijden in de buitenruimte met bvb. fritkot, soepbar, pannenkoeken, picknickmandjes, potluck, … Elkeen brengt zijn eigen bord/kom en bestek mee. De stoeltjes, picknickdekens of tafeltjes staan ver uit elkaar, waardoor de conversaties tussen buren luider zijn dan anders maar even gezellig. 

Dank zij het mooie weer en inderdaad ook wat creativiteit valt het samen leven niet helemaal stil. Waar veel gewone buurten stilaan ontdekken hoe erg men elkaar nodig heeft en hoe die verbinding te bewaren, schieten samenhuizers meteen in actie. Zij zijn gewoon dingen te organiseren op (klein) buurtniveau, kennen elkaar, communiceren vloeiend zoals voorheen en weten tot overeenkomsten te komen. 

De grote bewonersvergaderingen gaan door in open lucht (voor wie gezegend is met veel plaats) of online via zoom, soms gemengd (deel live in open lucht en een aantal mensen online). De werkgroepjes (tuin, maaltijden, onderhoud, sociale activiteiten, … ) vergaderen ook buiten of online. Eén woongemeenschap heeft een ‘werkgroepje corona’ opgericht dat praktische vragen en verzoeken behandelt op een vast moment elke week, vermits de bewonersvergaderingen te ver uit elkaar liggen om kort op de bal te spelen. 

Er gebeurt tussen bewoners meer informele uitwisseling via mail en sociale media. Mensen zien elkaar nog wel in de buitenruimtes en informeren geregeld of alles goed gaat, of er iets nodig is. Boodschappen voor elkaar gaat nu een versnelling hoger, vooral ten gunste van ouderen en kwetsbaren. 

Hoe onderhouden samenhuizers de band tussen de bewoners en de onderlinge communicatie?

De praktische uitwisselingen en samenwerking houden de samenhang in de groep goed, mensen tonen hun inzet, hun begaan zijn met elkaar, hun voorzichtigheid en zorg. De soms ongewone setting van vergaderingen lijkt ze soms een extra impuls te geven, en online vergaderingen brengt soms een lichtjes andere dynamiek (meer aanwezigen, bewuster luisteren naar elkaar, …). 

Maar er is meer. Er zijn groepen die sociale activiteiten (her)uitvinden die corona-veilig zijn, zoals zangstondes, koffie/tea-time op afstand, verjaardagen worden nog gevierd (als vb. elke bewoner presenteerde hapjes op een klein tafeltje voor de eigen deur en de jarige werd rondgeleid over het terrein, waarna ook de rest één voor één overal ging proeven (mondmaskers, servietten, prikkers of lepeltjes na eenmaal in de afwas), elders kregen de kindjes bij hun traditionele ‘bedelronde’ snoepjes in plastic zakjes i.p.v. losse, enz … 

Hoe gaan samenhuizers om met de sociaal meer kwetsbaren? 

In een woongemeenschap is de zorg voor elkaar vanzelfsprekend, meestal gaat dat om burenhulp, in enkele gemeenschappen om daadwerkelijke bijstand en – zelden ook – om financiële solidariteit. En samenhuizers zijn aandachtig voor elkaar, houden rekening met aangebrachte gevoeligheden en behoeftes. Zij zijn gewoon om in beslissingen een weg te vinden waar iedereen kan achter staan. Waar anders dan in cohousing verloopt deze hulp en steun aan buren, vooral ouder en kwetsbaren, beter dan in een woongemeenschap. 

Zoals eerder gezegd worden er nog meer dan gewoonlijk boodschappen gedaan voor elkaar, vooral voor ouderen en kwetsbaren. De ‘knutselmadammen’ van een cohousing hebben mondmaskertjes gemaakt, genoeg voor alle bewoners en meer nog voor mensen van daarbuiten. 

Er is een gemeenschap waar afgesproken werd dat bij senioren die kozen voor lockdown in huis, slechts één persoon binnen komt, die met mondmasker en handgel boodschappen afzet en een babbel doet. 

In het begin van de coronamaatregelen was er onzekerheid en ongemak over de graad van urgentie om de aanbevelingen toe te passen. Er waren de meer voorzichtige en de meer relaxte bewoners. Afstand was in het begin niet steeds een natuurlijke reflex. En dan is er ook de kwestie van de kinderen. Het is moeilijk om ze bij elkaar weg te houden, vooral kleine kinderen. Er zit speling op hoe streng een gemeenschap daarmee om kan gaan. 

Dit soort dingen gaf aanleiding tot spanningen. Die worden opgeklaard en uitgepraat. Daarin zijn samenhuizers geoefend door de praktijk en zij bezitten meestal een aantal gewoontes en vaardigheden die dat mogelijk maken. Overleg momenten, systemen die communicatie vergemakkelijken, zo nodig bemiddeling, … Een cohousing besliste een ‘corona deelmoment’ te organiseren, aan aparte tafeltjes in een grote kring buiten maakte elke bewoner een bijdrage (bezorgdheid, wens, dankbaarheid, raad, overpeinzing, … in tekst of tekening). Deze zijn dan op een zichtbare plek uitgehangen. 

Hoe creatief zetten samenhuizers in op verbinding met medebewoners en buren daarbuiten? 

Alles werd uit de kast gehaald, nog meer dan in normale tijden zijn er initiatieven opgedoken die verbindend en aanmoedigend werken. Was het door de vrijgekomen tijd die mensen hadden, door de behoefte aan omgang met elkaar, het zal wel iets met beide te maken hebben. 

Ochtendgym door enkele jongeren, tai chi door enkele ouderen, een rondedans, een paaseierenraap per familie (verschillende trajectjes), een middernacht eetfestijn, online filmquiz, opschrijfbord voor gedachten, … 

Er zijn ook projecten speciaal voor en met de kinderen, zoals zaaien, breien, waterspelletjes, tekensessies, kinderkapsalon. Dit laatste was er toen alle kappers volgeboekt zaten, en gebeurde gelukkig door een deskundige hand.

En elke avond handgeklap al dan niet met zingen of een balkonconcertje dat ontbreekt zeker ook niet om de onderlinge band en de samenhorigheid met elkaar en met de buurt te bevestigen. 

Corona heeft de gewoontes in het dagelijks groepsleven overhoop gehaald, en zeker in woongemeenschappen is het verschil heel duidelijk voelbaar. Maar toch voelen samenhuizers zich gezegend door de mate van contact en verbondenheid die er is. En dat geldt dubbel en dik voor de allleenstaanden, jong of oud en alles daartussen. 

Samenhuizen houdt je verbonden !

Luk Jonckheere, Samenhuizen vzw 

Cohousing in tijden van corona

Corona heeft ook in onze cohousing het leven veranderd. Samen eten in de grote zaal is niet meer evident. Er is nu wel elke namiddag om 4 uur - als het zonnetje schijnt - een babbelmoment op het voorterras, nieuwtjes worden uitgewisseld en vriendschappen warm gehouden. ’s Avonds om 8 uur is er dan het applaus- en trommelmoment, zowel binnen de cohousing als met de buren in de omliggende straten.

Een week geleden was er een fijn initiatief hier in cohousing 'La Grande Cense'. Een van de bewoners lag op dat moment in isolatie in het ziekenhuis en moest daar heel alleen verjaardag vieren. Daarom hadden twee van onze medebewoners een schitterend idee uitgedacht.

Zij hebben in de voormiddag een video-opname gemaakt waarbij zij (veilig) met micro en filmcamera de hele binnenkoer rond gingen, van huis tot huis, van deur tot deur, van balkon tot balkon, voor een bemoedigend woordje, een verjaardagswens, … dat alles in één take. Iedereen was vooraf gebrieft en we hadden ons allemaal in quarantaine-sfeer verkleed, met mondmaskers, witte kledij, beschermingsbrillen, gehamsterde wc-rollen, enz ... zelfs de 2 honden waren verkleed als verpleeghonden. Dat filmpje was een echte opkikker voor onze buur, die intussen nu al naar huis is mogen terugkeren en goed herstelt!

Vorige week hadden een paar vrouwen een ‘strijkkwartet’ opgezet op het grote buitenterras. terwijl de kinderen aan de pingpongtafel samen speelden op ‘pingpongtafel-afstand’.

En dit weekend was er alweer een verjaardag. Dit keer met een koffie en taart festijn, co-huisgemaakte taart, bereid met handschoentjes, mondmaskers en al wat er bij hoort. De binnenkoer was versierd en elk huishouden had ramen en balkons versierd, stoeltjes buiten gezet en we hadden ons opgesteld in een wijde kring. Na het feestgezang en het uitpakken van het cadeau door de jarige, kwamen we één voor één een stukje heerlijke taart halen in het midden. Feestelijk op afstand en toch samen!

Dit is cohousing!

Luk Jonckheere, vanuit La Grande Cense

Samenhuizen in het Vlaams regeerakkoord

Wat staat er in het Vlaams regeerakkoord over gemeenschappelijk wonen?

Concrete verwijzigingen naar gemeenschappelijk wonen zijn schaars, maar toch vinden we enkele algemene en wat meer concrete referenties in het regeerakkoord.

In het hoofdstuk Ruimte staat bij de concrete maatregelen bij 'slimme groei': 

"We streven naar een divers woonaanbod dat tegemoetkomt aan diverse woonwensen (zoals zorgwonen) en innovatieve woonvormen."

en onder 'bijkomend ruimtebeslag verminderen':

"We reiken de hand uit naar voorlopers binnen diverse relevante sectoren in bedrijven, kennisinstellingen, middenveldorganisaties en overheden om samen een creatief netwerk op te starten om ideeën uit te wisselen, experimenten op te starten en te evalueren en beleidsvoorstellen te formuleren inzake alternatieve woonvormen, mobiliteitsoplossingen, financierings- of investeringsmodellen, … om de uitdagingen versneld aan te pakken. We maken win-win met de sector waarbij rendementsverhoging op de ene plek kan gekoppeld worden aan inperken van ontwikkeling elders."

Het hoofdstuk Wonen begint met het formuleren van volgende uitdaging:

"Iedereen moet goed kunnen wonen in Vlaanderen. Daarom verdienen alle segmenten van de woningmarkt de nodige aandacht en ondersteuning. De demografische evolutie met een bevolkingstoename en gezinsverdunning stelt de woningmarkt voor grote uitdagingen inzake nieuwe woningtypologieën en woonvormen, betaalbaarheid en kwaliteit."

Concreet denkt bij bij woningkwaliteit aan:

"binnen het beoordelingskader van de woningkwaliteit wordt een initiatief genomen om constructies m.b.t. nieuwe woonvormen te kunnen beoordelen."

Ook de proefomgeving experimentele woonvormen krijgt een vermelding:

"Na een eerste tussentijdse evaluatie van de projecten van de ‘proefomgeving experimentele woonvormen’ worden hindernissen in het instrumentarium van het beleidsveld Wonen, onder meer in sociale huisvesting, maximaal weggenomen en stimuleren we het gebruik van nieuwe woonvormen."

Het is opvallend dat de gebruikte termen van gemeenschappelijk wonen 'innovatieve woonvormen', 'nieuwe woonvormen' en 'experimentele woonvormen' zijn.

Cohousen, de gemeenschappelijke kost

Een tijdje terug vroeg iemand ons: "Hoeveel kost dat nu gemiddeld, de gemeenschappelijke kosten in een cohousing?" Goede vraag, maar wij hadden daar zelf ook geen idee van, dus besloten we een korte enquête te doen bij de bestaande cohousings. Voor alle duidelijkheid: we hebben het hier over woongemeenschappen waarbij elk gezin een volledig uitgeruste eigen woning heeft, maar waar daarnaast ook vele gemeenschappelijke voorzieningen zijn. En die gemeenschappelijke voorzieningen kosten natuurlijk geld, maar hoeveel?

 Common house van Glashusenet (DK)

We kregen 10 antwoorden op onze bevraging, dus verwacht van ons hier geen wetenschappelijk onderbouwde resultaten, maar eerder een richtsnoer of voorbeeld.

Wat wordt er gedeeld?

De kosten hangen natuurlijk af van wat er allemaal gedeeld wordt. De tuin (of een groot gedeelte ervan) wordt gedeeld in alle woonprojecten die deelnamen aan de bevraging. Ook een gedeelde fietsenstalling komt frequent (9x) voor. Een gemeenschappelijke keuken, wasruimte, eetruimte, berging en gedeelde parkeerplaatsen komen 6x voor. Autodelen wordt in de helft van de projecten gedaan en ook logeerkamers zijn in 5 van de 10 projecten aanwezig. Minder frequent zijn een gedeelde woonkamer (4), coworkingspace (2), atelier (2) en zalen voor verhuur (1).

Hoeveel wordt er maandelijks betaald voor de gedeelde ruimtes en functies?

In 1 project wordt dit volledig betaald door de gemeenschappelijke inkomsten (jaarlijks feest, rondleidingen, verhuur van ruimten). 

In de andere projecten varieert het bedrag van € 10 tot € 120 per maand. In de meerderheid van de projecten ligt het bedrag tussen € 50 en € 70 of iets hoger als ook een reserve wordt aangelegd.

Welke kosten zitter er hierin inbegrepen?

De gemeenschappelijke lasten zitten bij alle projecten inbegrepen. Daarnaast zijn ook de schoonmaakkosten (7), verzekeringen (7), onderhoud (6) en de fietsenstalling (6) dikwijls inbegrepen. 

Af en toe worden ook andere kosten via de gemeenschappelijke lasten geregeld: de hypotheekaflossing van de gemeenschappelijke ruimte (2), de berging (5), parkeerplaats (4), de opbouw van financiële reserve voor kleine reparaties (5), het gebruik van wasmachines (2) of logeerkamers (2). 

In 5 van de 10 projecten zijn er nog andere kosten die men volgens verbruik betaalt: 

– gemeenschappelijke maaltijden (4)

– gebruik wasmachine (4)

– consumptie dranken (3)

– huur van gemeenschappelijke ruimte (3)

– autodelen (2)

– logeerkamer (2)

Hoe gebeurt de verdeling van de kosten? 

4 projecten baseren hun berekening op de grootte van de privé-unit. 

2 projecten doen dit naargelang de samenstelling van het gezin.

2 projecten doen een combinatie en hebben een formule waarbij een deel van de kosten naar aantal gezinsleden wordt afgerekend en de rest adhv de oppervlakte van de unit.

Heb je inspraak in hoe de kostenverdeling wordt gemaakt?

In 7 van de groepen is dit door de bewoners beslist via een bewonersvergadering. 

2 groepen antwoorden dat er geen inspraak is, maar duiden niet hoe de verdeling tot stand kwam.

In welke mate ben je tevreden over de kostenverdeling?

De meerderheid is hierover tevreden (4) of zeer tervreden (3). De anderen (3) zijn noch ontevreden, noch tevreden.

Opmerkingen die hierbij werden gegeven:

– de buffer voor investering is te klein.

– positief dat het een vaste onkostenvergoeding is met alles inbegrepen

– door ecologische toepassingen en energiezuinig verbouwen zijn de vaste maandelijkse kosten zeer laag.

Suggesties voor toekomstige groepen m.b.t. de verdeelsleutel?

Tot slot hadden de bewoners ook nog enkele tips voor toekomstige initiatieven:

    • Blijf sparen en lidgeld vragen zodat je werkingsmiddelen hebt (een reservefonds is verplicht sinds 1/01/2019 voor nieuwe V.M.E.'s)

    • duidelijk zijn bij de start, voldoende tijd nemen om dit allemaal te bespreken en op papier te zetten

    • gemeenschappelijke inkomsten verlichten de gemeenschappelijke kosten

    • Het allerbelangrijkste is om tijd te nemen, te overleggen en iedereen mee te nemen in de beslissing. Liefst consensus. Een gedragen beslissing (door iedereen) als het over geld gaat is uiterst belangrijk in een cohousing !

    • Hou het simpel

 

Samenhuizen en een uitkering ontvangen: de mythe doorprikt

In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, heeft cohousing geen invloed op het ontvangen van sociale uitkeringen. Bij huisdelen kan dit wel het geval zijn. Omdat we merken dat er nogal wat onduidelijkheid bestaat rond dit thema, zet Samenhuizen vzw een aantal zaken voor je op een rijtje en reiken we mogelijke oplossingen aan.

Cohousing, huisdelen, kangoeroewonen, gemeenschappelijk wonen, flatshare, co-wonen… Wanneer je je verdiept in samenhuizen, lijkt het soms alsof je om de oren geslagen wordt met allerlei termen. We begrijpen dat het niet altijd evident is om in de terminologie je weg te vinden. Samenhuizen (ook wel gemeenschappelijk wonen genoemd) is de overkoepelende term voor woonvormen waarbij de bewoners bepaalde ruimtes met elkaar delen. Om het overzichtelijk te houden gaan we hier verder alleen in op cohousing en huisdelen, en de gevolgen van deze woonvormen voor het ontvangen van een uitkering. Uitleg over de andere vormen van samenhuizen vind je op deze pagina

Bij cohousing heeft ieder gezin (dat uit één of meerdere personen kan bestaan) zijn eigen onafhankelijke wooneenheid. Dat betekent dat iedere woning zijn eigen keuken, woonkamer, sanitair, slaapkamers, etc. heeft. Daarnaast zijn er nog gemeenschappelijke voorzieningen op projectniveau, bijvoorbeeld een gemeenschappelijke keuken en eetzaal, woonkamer, gedeelde tuin, etc. Belangrijk: bij cohousing heeft iedere wooneenheid zijn eigen huisnummer en apart adres. Daarom is het geen probleem om als cohousingbewoner sociale uitkeringen te ontvangen. Je word (als alleenstaande) namelijk niet automatisch als samenwonende beschouwd omdat ieder zijn eigen adres heeft. 

Bij huisdelen is dit anders. Verschillende mensen of gezinnen wonen samen in één huis of appartement. De meeste huisdelers hebben enkel een slaapkamer als privéruimte en delen de andere woonfaciliteiten, zoals de keuken, badkamer, toilet, woonkamer, etc. Er is dus geen sprake van een autonome wooneenheden. Het grote verschil met cohousing is dat huisdelers geen aparte adressen hebben. Bij de gemeente staat dus iedereen op hetzelfde adres gedomicilieerd. Hierdoor loop je als huisdeler het risico dat de uitkeringsinstantie je automatisch beschouwd als samenwonende, met een verlaagde uitkering tot gevolg. 

Een beslissing van een uitkeringsinstantie om je als samenwonende te beschouwen, kun je betwisten (en dit gebeurt ook steeds vaker, en met succes). Je dient dan aan te tonen dat je weliswaar met meerdere personen op hetzelfde adres woont, maar toch voldoende autonome huishoudens vormt. In deze blog lees je meer over specifieke uitkeringen (o.a. werkloosheid, leefloon, ziekte, tegemoetkoming voor handicap) en of ze al dan niet een goede combinatie vormen met huisdelen. 

Kortom, of je uitkering het risico loopt verlaagd te worden door te samenhuizen hangt af van aan welke vorm van samenhuizen je doet. Bij samenhuisvormen waarbij iedere wooneenheid zijn eigen aparte adres en huisnummer heeft (zoals o.a. bij cohousing het geval is), loopt je uitkering geen gevaar. Doe je aan een samenhuisvorm waarbij de bewoners geen aparte adressen hebben (zoals bij huisdelen het geval is), dan is er wel een risico om als samenwonende beschouwd te worden. Hiertegen kun je in beroep gaan bij de uitkeringsinstantie. Andere mogelijke pistes zijn het aanvragen van een subnummering bij de gemeente of het inschrijven in het bevolkingsregister onder code 20 of I.T. 140. Hierover vind je meer in deze blog

Pagina's

Subscribe to RSS-blogs