Blogs

Trek je plan en maak er wat van

Neem een aantal tot de verbeelding sprekende locaties in een dynamische stad met een geschiedenis van experimentele woonvormen. Voeg er een honderdtal experts uit het cohousingveld en geïnteresseerden aan toe en wat krijg je dan? Juist, de Berlin ExperimentDays17.

ExperimentDays17

De organisatoren van de ExperimentDays17 – Urbamonde, id22 en Stiftung Trias – hadden pech; vlak voor het begin van het evenement was er een stevige storm over Duitsland geraasd. Als gevolg lag het halve land plat: vluchten werden afgelast, treinen afgeschaft, metrolijnen onderbroken. Een deel van de sprekers en bezoekers kon daardoor Berlijn niet bereiken, maar de mensen die er wèl raakten, waren des te enthousiaster. 

Oost-Europese plantrekkers

Tijdens de eerste ronde tafelgesprekken blijkt al snel dat Oost-Europa een inhaalslag aan het maken is; verschillende delegaties uit Polen, Hongarije, Slovenië, Servië en Kroatië zijn hard aan de weg aan het timmeren om er de eerste gemeenschappelijke woonprojecten op te zetten. Daarbij ondervinden ze wat tegenwind, want ook in Oost-Europa moeten de politici, beleidsmakers en bankiers wennen aan het feit dat groepen mensen willen samenwonen. In dit deel van Europa denken veel mensen bij gemeenschappelijk wonen in eerste instantie terug aan de communistische periode, waarin mensen vaak in communestijl woonden zonder dat ze er zelf voor gekozen hadden. 

Gelukkig blijken de Oost-Europese aanwezigen over veel enthousiasme en pioniersmentaliteit te beschikken. Ze wachten niet tot de overheden met regelgeving komen, maar gaan gewoon van start. En willen de banken geen leningen geven? Richt dan toch je eigen coöperatieve en ethische bank op (ja echt, er was een aanwezige die dit effectief gedaan heeft) – en nog vele andere innovatieve ideeën. 

Coöperaties zeer ingeburgerd in Duitsland

Duitsland is het land van de coöperaties. De eerste ontstonden er al vroeg in de 19e eeuw en ook vandaag is dit een bij het publiek ingeburgerde vennootschapsvorm. Veel Duitse woongemeenschappen zijn wooncoöperaties. Dat is een afgeleide versie van de ‘gewone’ coöperatie, in België bestaat deze vennootschapsvorm (nog?) niet. De wooncoöperatie is meestal de eigenaar van de grond en/of de gebouwen, waaraan de huurders huur betalen. Vaak zijn de huurders ook coöperant. De wooncoöperatie staat ook in voor het onderhoud en reparaties.  

De wooncoöperatie is een succesvolle formule blijkbaar: de verschillende woongemeenschappen die we bezochten tijdens de ExperimentDays17 – Spreefeld, Ufafabrik en Miethäusersyndikat –  waren wooncoöperaties. Enkel Teepeeland is geen coöperatie. Teepeeland ontstond nadat verschillende mensen in zelfgebouwde tenten gingen wonen op een verlaten industrieterrein. Vanwege deze ontstaansgeschiedenis kiezen de bewoners van Teepeeland er bewust voor om zich niet te organiseren in een coöperatie of andere vennootschapsvorm. 

Er is een schril contrast tussen de zelfbouwsels van Teepeeland enerzijds en de strakke gebouwen van Spreefeld anderzijds, de twee woongemeenschappen liggen naast elkaar op dezelfde oever van de Spree. Spreefeld is een ecologische woongemeenschap die bestaat uit drie verschillende flatgebouwen met een grote gemeenschappelijke tuin er omheen. Er wonen ongeveer 150 mensen op de verdiepingen, op de begane grond bevinden zich winkels, kantoorruimtes, een kinderdagverblijf en de gemeenschappelijke ruimte. 

Wisselende gezinssamenstellingen: hoe ga je ermee om?

Een van de terugkomende kwesties tijdens de ExperimentDays17 was woonflexibiliteit: hoe ga je om met gezinssamenstellingen die wisselen? Mensen krijgen soms een nieuwe partner en kinderen of de relatie loopt stuk en de kinderen gaan het huis uit. Vroeger toen de huizenprijzen lager waren, wilden mensen om op alle scenario’s voorbereid te zijn zo groot mogelijk wonen. Vandaag is dit vaak niet meer betaalbaar en zijn we ons er meer van bewust dat (te) groot wonen ook nadelen heeft qua onderhoud, milieu en ruimtelijke ordening, etc. Hoe kun je flexibel wonen zonder groot te wonen? Er zijn verschillende opties. 

In Spreefeld zijn de binnenmuren van lichtere kwaliteit, waardoor de muren gemakkelijker kunnen worden aangepast aan nieuwe situaties. De bewoners van een van de clusters overwegen op dit moment bijvoorbeeld om een deel van de gemeenschappelijke ruimte op te offeren voor een gezin dat een baby gekregen heeft, maar geen slaapkamer meer over heeft. In andere coöperaties zoals bijvoorbeeld La Borda in Barcelona kunnen de bewoners gevraagd worden te ruilen van wooneenheid. Dit staat ook in hun contract. 

Verder blijft er vraag naar compacte, innovatieve woningen die gemakkelijk moduleerbaar of aanpasbaar zijn. Containerwoningen, Skilpods, Tiny Houses en andere modulaire woningen kunnen een oplossing vormen, maar voldoen vaak niet aan de bestaande wetgeving. Maar er is hoop: zoals de Vlaamse proefomgeving voor experimentele woonvormen toont staat ook de overheid steeds meer open voor plantrekkerij als het over wonen gaat. 

Je woning omvormen naar zorgwoning: hoe pak je het aan?

Gisteren was het de dag van de mantelzorger. Een goede reden voor Samenhuizen vzw om de zorgwoning nog eens in de schijnwerpers te zetten, want deze woonvorm kan mantelzorg vergemakkelijken. Maar wat is dat nu precies, een zorgwoning? En waarom zou je er (niet) aan beginnen?

Mensen leven wereldwijd steeds langer door de stijgende welvaart en de verbeterde gezondheidszorg. In België komt daar nog bij dat de gezinnen steeds kleiner worden en de bevolking vergrijst. Met z’n allen hebben we daardoor vaker hulp nodig van anderen om ons heen - om een boodschap te doen, te helpen met koken, samen naar de dokter te gaan, etc. Als het om hulp in een vrijwillig kader gaat, noemen we dit mantelzorg. Naast ouderen zijn er nog een aantal kansengroepen die sowieso vaker mantelzorg nodig hebben, zoals zieken, mensen met een beperking of psychiatrische problematiek. 

We hebben steeds vaker mantelzorg nodig

Mensen die hulpbehoevend zijn of in de toekomst zullen worden willen steeds vaker niet naar de traditionele hulpinstanties zoals een woonzorgcentrum of klassieke instelling. Ook is er in veel gevallen geen plaats. Verschillende samenhuisprojecten springen daarom in op deze maatschappelijke vraag en voorzien woningen voor hulpbehoevenden in hun project. Voorbeelden hiervan zijn Project Samenhuizen (Brussel), De Okelaar (Meise), Wijg & Co (Leuven) en nog vele anderen.  

Op kleinere schaal kan een zorgwoning uitkomst bieden. Een zorgwoning is een gewone eengezinswoning waarbij er tussen de bewoners een zorgrelatie bestaat. Dit kan bijvoorbeeld een gezin zijn, waarbij de grootouders in hetzelfde huis wonen. Of ouders waarvan de volwassen kinderen met een beperking thuis blijven wonen. Er hoeft zelfs niet eens een familierelatie te zijn tussen de bewoners, zolang er maar een zorgrelatie bestaat. 

Wist je dat…

… Je geen vergunning nodig hebt om je woning om te vormen tot een zorgwoning? 

… Je ook aan zorgwonen kunt doen met mensen die geen familie van je zijn?

… Verschillende BV’s aan kangoeroewonen doen, waaronder Bart De Wever en Hilde Crevits?

… Het omvormen van je woning naar een zorgwoning grote voordelen heeft?

Vaak worden kangoeroewonen en zorgwonen als synoniemen van elkaar gebruikt. Toch zijn er verschillen: kangoeroewonen is een overkoepelende term voor gemeenschappelijke woonvormen binnen een een- of meergezinswoning waarbij er een zorgrelatie bestaat. Daarbinnen is zorgwonen de enige vorm van kangoeroewonen die erkend is door de Vlaamse overheid, dit heeft een aantal voordelen (zie verderop). 

In principe kan iedere woning namelijk omgevormd worden tot een zorgwoning. Je hoeft namelijk alleen de woning aan te melden als zorgwoning bij je Stad of gemeente. Er zijn dus geen vergunningen voor nodig, behalve als je verbouwingen wilt ondernemen die altijd een vergunning vereisen. Wel moet de zorgwoning aan een aantal eisen voldoen, hieronder de belangrijkste: 

  • In de hoofdwoning is er een ondergeschikte woning die maximum een derde van het totale bouwvolume uitmaakt
  • Maximum twee van de bewoners zijn zorgbehoevend en/of zijn 65 jaar of ouder
  • De hoofdwoning en ondergeschikte woning zijn beide eigendom van dezelfde eigenaar(s)
  • De ondergeschikte wooneenheid vormt fysiek één geheel met de hoofdwoning
  • De zorgbehoevende persoon / personen mogen in de hoofdwoning of in de ondergeschikte woning wonen

Zie de website van de Vlaamse overheid voor een volledig overzicht. 

Het grote voordeel van een erkenning als zorgwoning is dat de bewoners als aparte huishoudens gezien worden. Dat heeft als gevolg dat als één van de bewoners een sociale uitkering krijgt, deze niet als samenwonende gezien wordt en dus ook niet op de uitkering gekort wordt (enkel als aan de meldingsplicht voldaan wordt). Ook zijn er geen specifieke vereisten qua voorzieningen aan de ondergeschikte woning, in feite kan een privéslaapkamer al doorgaan als "ondergeschikte woning". 

Zorgwoning: levert tijdswinst op en gaat eenzaamheid tegen

Daarnaast zijn er natuurlijk ook veel maatschappelijke voordelen: mantelzorg opnemen voor iemand wordt gemakkelijker als deze in hetzelfde huis woont. Het risico op vereenzaming – groot probleem onder ouderen en mensen met een beperking – wordt sterk verkleind als je samen in een zorgwoning woont. Ook kan samenhuizen in een zorgwoning tijdswinst opleveren. Denk maar aan opa en oma die al gemakkelijk een oogje in het zeil houden bij de kleinkinderen, terwijl de ouders de boodschappen voor heel het gezin doen. 

Toch zijn er ook nadelen aan zorgwonen. De interpretatie die de Vlaamse overheid hanteert is vrij strikt. De leeftijdsgrens voor de bewoners werd onlangs verhoogd van 60 naar 65. En een tinyhouse in de tuin gebruiken als ondergeschikte wooneenheid kan niet binnen deze definitie, omdat de hoofdwoning en ondergeschikte woning dan niet één fysiek geheel vormen. Wanneer je aanpassingen doet aan je huis om de ondergeschikte wooneenheid te verfraaien, kan het kadastraal inkomen van de woning stijgen, wat weer gevolgen heeft voor de belastingen. 

Daarnaast is samenhuizen en dus ook zorgwonen niet voor iedereen. Niet iedereen wil met bijvoorbeeld zijn ouders onder één dak samenwonen. Samenwonen in een zorgwoning en bij uitbreiding alle vormen van samenhuizen vergen aanpassings- en inlevingsvermogen. Toch kan het een oplossing bieden voor prangende vragen (mantelzorg, passende woonruimte voor ouderen, mensen met een beperking etc.) en maatschappelijke problemen zoals eenzaamheid. De regulering van zorgwonen zorgt ervoor dat dit kan zonder dat de bewoners benadeeld worden in verband met sociale uitkeringen. 

“Je kan onmogelijke dingen mogelijk maken, door er zelf aan mee te werken”

Dit jaar leidt onze reis naar Nederland, land met een relatief lange samenhuisgeschiedenis en een groot aantal gerealiseerde projecten. Onze verwachtingen van dag één waarom daarom ook hoog.

Samenhuizenreis 2017 dag 1

Nederland is het woongroepenland bij uitstek, zo blijkt al bij aankomst. “In totaal zijn er meer dan 800 woongroepen in Nederland, waarvan ruim 200 gericht op senioren”, zo stelt Peter Bakker, voorzitter van de Nederlandse Landelijke Vereniging Centraal Wonen en onze eerste gids. 

“Als ik in de straat kom, ben ik al thuis”

Als eerste op het programma staat CW Lismortel, gevestigd in een buitenwijk van Eindhoven. CW verwijst naar centraal wonen - een typisch Nederlandse vorm van gemeenschappelijk wonen, waarbij de bewoners een volledig zelfstandige wooneenheid hebben en het aantal gemeenschappelijke activiteiten eerder gering is. Toch is er een echt gemeenschapsgevoel en stopt het thuisgevoel niet bij de eigen voordeur: “Als ik in de straat kom, ben ik al thuis”, aldus Bakker. 

CW Lismortel werd in de jaren ‘80 gebouwd door een sociale huisvestingsmaatschappij. In een later stadium besloten de bewoners om 20% private ruimte op te offeren ten goede van gemeenschappelijke ruimtes. Nu heeft elk cluster een gemeenschappelijke woonkamer, eetruimte, wasruimte en fietsenschuur. Bijzonder is dat modulair wonen in het project mogelijk is: “Als je gezin uitbreidt of je hebt juist minder ruimte nodig, huur je gewoon een kamer meer of minder”. 

Volgende project is IEWAN in Lent, een dorpje net buiten Nijmegen. IEWAN is een strowijk en was een echte experimenteerruimte voor allerlei ecologische bouwmaterialen. Ook probeert het project de ecologische voetafdruk van de bewoners zoveel mogelijk te beperken. Zo wordt 89% van de eigen elektriciteit opgewekt door een 200-tal zonnecellen. In de tuin staat een groot rietveld, dit blijkt later ook een waterfilter te zijn. Hierdoor bespaart IEWAN 50% drinkwater, want de toiletten en wasruimte maken gebruik van het gefilterde water.

Ecologisch bouwen lijkt soms synoniem voor duur bouwen, maar niets blijkt minder waar: “Je kan onmogelijke dingen mogelijk maken, gewoon door zelf eraan te werken. Ecologisch bouwen hoeft bijvoorbeeld niet duur te zijn, als je zelf meebouwt”, aldus Hanneke Beld, initiatiefneemster & bewoonster van IEWAN.

Samenhuizen gaat gluren bij de Noorderburen

Het is weer zover! Samenhuizen gaat op reis, naar Nederland dit jaar. Bij onze Noorderburen is samenhuizen (ook wel gemeenschappelijk wonen genoemd) al wat langer ingeburgerd. Hierdoor bestaat er een indrukwekkend aantal woonprojecten in Nederland. Aan onze Samenhuizen-reisvrijwilligers Marie en Luk (eveneens onze voorzitter) de taak om een selectie te maken uit dit hoge aantal interessante projecten. Uiteindelijk zijn het deze acht geworden: 

  • CW Lismortel, Eindhoven - website
  • Strowijk IEWAN, Nijmegen - website
  • De Kersentuin, Utrecht - website
  • Nieuw Wede, Amersfoort - website
  • Vijverhof, Ermelo - website
  • Woonvorm van de Toekomst, Amersfoort - website
  • Camphill Christophorus, Zeist - website
  • Casa De Pauw, Arnhem - website

te bezoeken projecten

Benieuwd hoe ze de zaken aanpakken in Nederlandse cohousings? Op deze blogpagina zal elke dag een korte blog verschijnen over de dag. Voor de samenvatting in beelden kun je terecht op onze Instagrampagina. We zullen er ook een videodagboek bijhouden met 360 graden filmpjes van elk project. 

Babyboomers nemen rusthuizen op de schop

Babyboomers willen koste wat het kost voorkomen dat ze voor hun laatste levensjaren terug op internaat moeten. Een rusthuis is hun worst case scenario. Verwonderlijk hoeft dat niet te zijn. In de pas van zijn voorgangers lopen, is iets waar je de babyboomer nooit in zijn leven op kon betrappen. Je weet wel, de protestgeneratie. Intussen nemen ze hun voorzorgen blijkt uit de vele co-housing projecten die op verschillende plaatsen de kop opsteken. In de agenda van Samenhuizen vzw staat in februari bijna dagelijks ergens te lande een infosessie gepland over een nieuw co-housing project. Infosessies die onder andere 50+ aanspreken. 

blog baby boomers

Daarnaast is de kans groot dat je volgende week op Batibouw heel wat 50-plussers tegen het lijf loopt die op zoek zijn naar inspiratie en informatie om te verbouwen. Uit een enquête van seniorennet bleek dat 50% van de ondervraagden in de komende maanden wil verbouwen om het alledaagse leven te vergemakkelijken en langer zelfstandig te kunnen wonen.

“Of ik misschien later in een rusthuis wil terecht komen,” kaatst Steven D’Haens, initiatiefnemer van De Living, een co-housing project voor 55+, de bal terug als ik naar zijn drijfveren achter dit initiatief pols. In 2019 wil hij met Symbiosis, de vzw achter De Living, de poorten van de Sint-Lambertuskerk in Antwerpen en het Karmelitessenklooster in Gent openen als co-housing pand voor 55+. De eerste infosessies zijn achter de rug. Intussen lopen in Wolvertem de bouwwerken van De Okelaar in een oud klooster en school stilaan op hun einde en zijn straks ook de laatste units de deur uit. Allebei projecten die op initiatief van vijftigers zijn ontstaan. De Living vooral om met generatiegenoten samen oud te kunnen worden in een setting die een balans tussen individualiteit en collectiviteit garandeert. De Okelaar om met verschillende generaties samen te leven en de zorgen en noden van jong en oud met elkaar te kunnen delen. Het roept herinneringen op aan de gemeenschapshuizen uit hun jonge jaren.

In de ogen van babyboomers staat de zorg teveel centraal in de initiatieven die de overheid en private initiatieven tot op vandaag aanbieden. Onderzoek toont trouwens aan dat senioren langer zelfstandig in hun thuisomgeving kunnen wonen, ongeacht een medisch probleem, als ze dit in hun individuele woning of één of andere co-housing setting kunnen doen. (Peter Camp in zijn boek Wonen in de 21ste eeuw, p.465)

“We evolueren naar een meersporenbeleid,” stelt Steven D’Haens, “waar ouderen zullen kunnen kiezen tussen de gouden kooi van een woonzorgcentrum en projecten als De Living waar ouderen met de hulp van leeftijdsgenoten al dan niet aangevuld met ingekochte hulp oud kunnen worden. Kangoeroewonen en duplexwonen horen zeker ook in dit rijtje thuis. Alles wat helpt om een woon- en zorgcentrum te vermijden, of op zijn minst zo lang mogelijk uitstellen, komt in aanmerking.

De wetgeving loopt echter achter op deze nieuwe samenlevingsvormen. Zo kunnen medebewoners een uitkering verliezen of gevoelig zien dalen omdat ze op slag als samenwonend worden beschouwd terwijl ze enkel gemeenschappelijke ruimtes en het adres met elkaar delen. Anderzijds voorziet de overheid tijdelijk experimenteerruimte voor dit soort co-housing projecten. Zo kan tot op behaalde hoogte afgeweken worden van de minimum oppervlakte in de privé units omdat er ook gemeenschappelijke ruimtes zijn die de tekorten vaak ruimschoots compenseren.

Initiatieven als woonzorgcentra ziet Anneleen Vandenberk van Wonen na 60 op termijn verdwijnen. Babyboomers willen kost wat kost voorkomen om over een aantal jaren de volgende bewoners van deze centra te zijn. Vijftigers blijven niet bij de pakken zitten zoals blijkt uit de voorbeelden hierboven. Op termijn zullen de top-down initiatieven plaats moeten maken voor bottom-up initiatieven waar vijftigers zelf het roer in handen nemen, wellicht in coöperatie met de professionele zorgsector. Binnen deze co-housing setting ontwikkelt mantelzorg zich op een organische manier binnen en tussen verschillende generaties. Iets wat de overheid genegen is, wil men binnenkort nog de factuur van de vergrijzing kunnen betalen. 

Met dank aan iedereen die reageerde op mijn oproep op Linkedin om tips, links, contacten, inzichten, … met me te delen over dit onderwerp. Ik kon niet alles verwerken in deze blogpost maar komt me zeker nog van pas voor het boek dat ik intussen aan het schrijven ben over de vergrijzende babyboomer. 

Deze blogpost is ook verschenen op www.thesilverones.com.

Auteur: Filip Lemaitre (zie Linked In)
Website: The Silver Ones

Pagina's

Subscribe to RSS-blogs